*Art. in Vaderlandsche Letteroefeningen ARTICLE

Title *Art. in Vaderlandsche Letteroefeningen
Is same as work *Art. in Vaderlandsche Letteroefeningen
Author Unknown journalist (to be identified)
Reference
Place
Date 1846
Quotation
Type ARTICLE
VIAF
Notes ["HOoms (link + codes) XEX 464; XCCMX 464; XOX 465; \n\n Kinderbijbel, of Bijbelsche Verhalen voor jonge Kinderen, bij het zien van bijbelsche prenten aan 's moeders schoot. Door Mevr. de Wed. A.B. van Meerten, geb. Schilperoort. IIIde en IVde Stukje. Te Amsterdam, bij P.N. van Kampen. 1846. Prijs in carton, met plaatjes, elk Deeltje 80 Cents; hetzelfde ingenaaid voor schoolgebruik, elk Deeltje 30 Cents.\n\nInderdaad, waardige Schrijfster dezer boekjes! gij hebt\n\n\n[p. 464]\n\t\n\neen regt goed werk verrigt! XEX Wij leggen daar het laatste gedeelte van uwen arbeid neder, en lazen die slotbladen waarlijk met aandoening, met hartelijke deelneming; zoo liefdevol, zoo zachtmoedig, zoo opregt, zoo echt Christelijk gestemd zijn de woorden, welke gij tot uwe jeugdige lezers, tot uwe leerlingen, tot uwe innig geliefde kleinkinderen rigt. Het is ons inderdaad gegaan als met de lezing van van alphen's Kindergedichten XCCMX, die wij als volwassenen en zelfs nog in den ouderdom met genoegen herlezen zullen, gelijk van alphen zelf in zijne Voorrede betuigt, dat hij zijne kindergedichtjes ook voor ouderen van jaren ter lezing niet onwaardig acht. Hoe juist, hoe voortdurend gepast zijn de Christelijke lessen, die Mevr. van meerten hier weder, even als bij de Tafereelen uit het Oude - thans uit die van het Nieuwe Testament - getrokken heeft! Men kan het wel zien, dat de eerbiedwaardige Schrijfster het kinderhart kent, en haar leven aan derzelver opleiding gewijd heeft: welk eene beknoptheid, welk eene verscheidenheid, welk eene gepaste wending in stijl merken wij hier niet op! Wij zeggen der Schrijfster innigen dank, al moge ook de stoffe op zichzelve moeijelijker zijn ter bewerking dan die van het O. Testament, naar den aard der zaak, en al moge ook de titel van Kinderbijbel ons nog altoos stuiten. Schoon toch Bijbel boek beteekent en dus oorspronkelijk in de Grieksche taal die naam ook aan ongewijde schriften schijnt te kunnen gegeven worden, zoo heeft echter in onze taal de benaming Bijbel het burgerregt verkregen alleen voor de Heilige Schrift. En, zoo wij nog iets op den titel mogten aanmerken, dan ware het ook de toevoeging: voor jonge kinderen, bij het zien van Bijbelsche prenten aan 's moeders schoot. Dit bijgevoegde vindt hier weinig toepassing, is onnoodig, en is misschien ook wel wat kinderachtig. Wij zouden ook nog wel eenige andere ophelderingen verlangen of eenige aanmerkingen tegen enkele plaatsen en soms tegen eenige taalfeilen kunnen opperen, maar zoodanige zijn altoos naar onze meening meer geschikt om ondershands en in 't particulier aan Schrijfster\n\t\n[p. 465]\n\t\n\nof Uitgever te worden medegedeeld, dan er hier de enge ruimte eener bladzijde mede te vullen, of er den lezer mede bezig te houden XOX. Wat wij hier missen, bijv. de Verzoeking, de Verheerlijking des Verlossers, het Onze Vader, en zoo meer, is, gelijk enkele wél vermelde zaken, vatbaar voor nadere ontwikkeling door hem of haar, die deze schoone boekjes den kinderen voorleest. Wij herhalen het, (even als bij onze aankondiging van de beide vorige Deeltjes) voor Bewaarscholen zijn deze boekjes, naar inhoud en voor den geringen prijs, waarvoor zij bij den Uitgever verkrijgbaar zijn gesteld, uitmuntend berekend, ja, wij zouden er bijna durven bijvoegen, zij zijn voor Bestuurderessen, voor Hoofd- en Hulp-Onderwijzeressen van Bewaarscholen onmisbaar.\n\nIs het ook geene groote verdienste, schoon het mede de taak wel soms zal verligt hebben, dat de Schrijfster een oorspronkelijk werkje geleverd heeft, en zich niet met het vertalen of uitbreiden van iets uit den vreemde beholpen heeft? Heeft het niet iets voor, dat wij hier den Nederlandschen zin zien doorgedrongen, en den echt Christelijken nationalen geest met dien Hollandschen ronden aard vereenigd vinden, waarop, Gode zij dank! bij ons vooral, in het eerste onderrigt voor kinderen, nog zoo hoogen prijs door weldenkenden gesteld wordt. Daarenboven: Geloofsvertrouwen, - het beschouwen van jezus' Leven, Lijden en Sterven, uit het oogpunt van onze Verlossing en Verzoening alleen uit genade, wordt hier wel op menschelijke, natuurlijk altoos zwakke en gebrekkige, maar toch doorgaande op klemmende, krachtige wijze den kinderen op het hart gedrukt. En toch is hier geen zweem of schaduw van overdrijving of dweeperij; de kinderen worden hier steeds tot gehoorzaamheid, opregtheid, weldadigheid, werkzamen ijver, medelijden, zelfverloochening opgewekt. Ook wordt hun geleerd, dat kinderen, gelijk ook volwassenen, veel eerbiedig gelooven moeten, zonder te begrijpen; veel wordt hun ingeprent; de ontvouwing kan bij rijpere jaren volgen. Gerustelijk kunnen ook Roomschen evenzeer als Onroomschen, ja (mogt het zijn!) ook Israë-\n\t\n[p. 466]\n\t\n\nliten deze boekjes in handen nemen, en de laatsten zelfs, al waren het volwassenen, uit de taal voor kinderen, gebragt worden tot aanneming en aanbidding van dien Heiland en Heer, die zoo krachtig bewezen is te zijn de aan de Vaderen beloofde, door de Profeten voorspelde Messias, voor wien zich eens aller knieën buigen zullen, en in wiens gemeenschap op te wassen, als ons goddelijk Hoofd, aller eenigst levensdoel wezen moet. Mogt, tot uitbreiding van Gods Rijk op aarde, ieders hand zooveel, of iets van datgene doen, elk naar zijne roeping, op zijne wijze elk in zijnen kring, wat de edele bejaarde Schrijfster dezer boekjes zoo ijverig heeft pogen te bewerken! Er zijn zoo vele volwassene jonge lieden, die iets van datgeen konden doen, wat Mevr. van meerten reeds den kinderen inprent. Hoe velen zoeken den tijd te dooden (onwaardige gedachte voor een' Christen, die eene eeuwige vergelding te gemoet treedt); er zijn zoo vele jonge lieden met volle ruimte van vrijen tijd, die door eene bejaarde, ijverige vrouw, als onze van meerten, beschaamd worden gemaakt; er zijn er zoo velen, die zoo heilrijk, ieder in zijnen kring, de zedelijke, Christelijke verzorgers of verzorgsters der armen konden wezen, en die genoegzaam niets doen van hetgeen onze Zaligmaker ook ten aanzien van het weldoen aan arme kinderen gebood; mogten zij hun levensheil zoeken, - zij zullen het daar zeker vinden, - in het betrachten van dien Christenpligt! Diakenen van de Gereformeerde kerk hebben het eens bij eene collecte gezegd, en zij hadden gelijk: ‘Willen wij, dat de kinderen tot jezus komen, wij moeten ze dan toch ook tot jezus brengen.’ Doet dat, jongelingen en meisjes, doet dat allen zoo velen gij uwen tijd thans nutteloos verwaarloost en verbeuzelt! Men rigte Bewaarscholen op; er ontbreken te Amsterdam nog zoo vele; er rust zegen van boven op.(dbnl)"]
In this reception

No persons found

Via received works
Kinder-Bijbel, of bijbelsche verhalen voor jonge kinderen, bij het zien van bijbelsche prenten, aan 's moeders schoot Anna Barbara Schilperoort