Notes |
['"... in waarde aan het eerste gelijk."\n\n[456]\n"Mejufvrouw Mastenbroek toont in het voorberigt hare gevoeligheid aan den `Recensent ook der Recensenten\' die den twijfel geopperd heeft, of zij wel een meisje is; omdat - ja indien wij ons wel herinneren, omdat zij zoo goed schreef, en dat Heer een meisjeskenner is! Zij had liever moeten zwijgen. [...] Het doet ons daarom leed dat onze gezegde Compere haar tot eenen, hoewel zeer nederige, vergelijking met de Jufvrouwen Wolff en Deken heeft uitgelokt. Ieder zweem van aanmatiging ontsiert, in ons oog, de maagdelijke bevalligheid; en het meisje, de vrouw, de moeder is altijd meer, naarmate zij minder schijnen wil, en bij miskenning zwijgen kan [...] Hare verdediging is de eervolle taak van den man."\n\nen']
|