*Art. by W.C. van Manen in Vaderlandsche Letteroefeningen ARTICLE

Title *Art. by W.C. van Manen in Vaderlandsche Letteroefeningen
Is same as work *Art. by W.C. van Manen in Vaderlandsche Letteroefeningen
Author W.C. van Manen
Reference
Place
Date 1876
Quotation
Type ARTICLE
VIAF
Notes ["HOoms (link + codes) XCCMX 1085; XEX 1085; XSX 1087; XCCMX 1087; \n\n[p. 1085]\n\nIs Wartenburg's Robespierre een lezenswaardig geschrift, dat wij niet aarzelen een plaats aan te wijzen onder de goede, onderhoudende literatuur van den laatsten tijd, welk een verschil treft ons niettemin, als wij onmiddellijk daarop in denzelfden kring Florence's droom ontmoeten. Anniə Foore doet als auteur voor geen der heeren novellisten, in wier omgeving ik haar naam hierboven toevallig noemde, onder XCCMX XEX. Zij behoeft de historie niet te raadplegen, wanneer zij een onderwerp verlangt, waardig om in haar zoet vloeienden stijl beschreven te worden. Zij beschikt over een rijke en - gelukkig dat wij het er bij mogen voegen - reine verbeelding. Haar taal is gewoonlijk ongekunsteld en boeiend door den eenvoud, waaronder men het kloppen voelt van een warm, edel hart.\n\t\n[p. 1086]\n\t\n\nVlekjes als het spreken van een marmerborst, een marmerbuste, zijn even zeldzaam als het verdwalen in de sferen van het sentimenteele bij Florence's graf, of het verzeilen op de klippen van het realisme bij de mededeeling betreffende de trouwe Estella de Lerken, dat zij een zucht van verlichting niet kon weerhouden, toen haar moeder, na veel en morrend verduurd lijden, eindelijk de oogen had gesloten. Ik reken daartoe mede de kleine slangen, die zich op het grafmonument tot een eeuwig getuigenis tegen de Stikkelaars verheffen te midden der vriendelijk lachende bloemen. Het verwondert mij, dat Deltrès niet genoeg door lijden geheiligd, noch zoo volledig den verheven geest der verheerlijkte rozenkoningin in zich had opgenomen, dat hij niet zonder eenige terughouding den mantel der liefde werpen kon over de misdaad, waarbij hij zelf toch evenmin als de ongerepte onschuld mocht poseeren. Het blijft ten slotte de vraag, wie grooter aandeel had aan den vroegtijdigen dood der diep beklagenswaardige Florence: de graaf met zijn inbeelding en terughoudendheid tegenover de beminde, en zijn onverklaarbaar volharden bij het in drift gestreken vonnis zonder onderzoek; dan wel de zoogenaamde vrienden en vriendinnen met hun lasterend gebabbel en onteerend geschrijf.\n\nHet doet mij leed voor de flinke Stella, dat haar vrouwelijke schepper haar bl. 190 zoo bitter hard doet zijn tegenover de ongelukkige moeder. Het meisje is immers te goed - te fier en te edel - om ons den indruk te geven, dat zij gaarne haar moeder eens vrij ruw de waarheid zegt?\n\nIk had Twint gaarne bl. 271 wat minder kinderachtig hooren spreken en kan mij niet begrijpen dat de lage briefschrijfster, nadat haar geweten was ontwaakt en zij in eigen persoon de beleedigde om vergiffenis had gesmeekt, niet alle pogingen in het werk stelde om den verdwenen graaf op het spoor te komen. Wien het tegenwoordig niet ontbreekt aan geld en goeden wil, tracht al licht met welgegronde hoop op een goeden uitslag, een met de noorderzon vertrokken grootheid weer te vinden, indien van zijn terugkomst werkelijk veel afhangt. Maar mevrouw schijnt daaraan zelfs niet te hebben gedacht. Zonderling.\n\nZoo valt er meer op te merken en te vragen. Doch waartoe daarmede voortgegaan? Florence's droom is een te\n\t\n[p. 1087]\n\t\n\nschoon gedachte en te goed uitgewerkte novelle om haar, door het bespreken van vele bijzonderheden, die wellicht beter ietwat anders voorgesteld waren, in de schatting van dezen en genen te verlagen. Het is een boekje waarvoor velen recht dankbaar mogen wezen. In het algemeen allen die prijs stellen op een goed geschreven, boeiende novelle, die men niet uit de hand legt zonder een tal van uitnemende indrukken te hebben ontvangen. Verder meer in het bijzonder de bewoners en bewoonsters van kleine steden, of die het leven aldaar, met al zijn voor en tegen, licht- en schaduwzijden, eenigszins van nabij wenschen te leeren kennen. Annie Foore heeft een open oog voor het in ieder opzicht kleine dat het klein steedsche pleegt aan te kleven; maar zij is evenmin blind voor het eenvoudig karakteristieke, en het inderdaad bekoorlijke dat er gewoonlijk mede gepaard gaat. Eindelijk strooit zij zijdelings een schat van nuttige wenken langs den weg, dien zij met haar lezers bewandelt, ter oplossing in gezonden zin van de nog altijd hangende vrouwen- en meisjes- ofte emancipatiekwestie.\n\nHet rijke gevoelvolle boekje heeft reeds in vele kringen waardeering gevonden. De tweede druk, die voor mij ligt, zal naar ik vertrouw, wel niet de laatste zijn. XSX\n\nDat de mede hier boven genoemde nommers 104 en 106 der bekende guldens-editie een gelijken roem deelachtig zullen worden, zou ik niet durven voorspellen. De heeren Duparc en van Sorgen mogen het mij ten goede houden, dat ik - afgezien van het hier onvoegzame honneur aux dames - hun novellen ver beneden die van Annie Foore meen te moeten stellen XCCMX. Bij hen niets van de innigheid, niets van de diepte van gevoelen en denken, waardoor Florence's droom zich onderscheidt en ongemerkt aanbeveelt. De heeren houden u bezig; maar zij boeien u niet. Zij hebben talent, maar geen groot vermogen tot het scheppen van belangwekkende verhalen. In dit opzicht zijn zij elkanders evenknieën. Overigens is er ook bij hen nog wel eenig verschil op te merken. (dbnl)"]
comments on work Florence's droom
In this reception

No persons found

Via received works
Florence's droom Francisca Junius - Ijzerman