*Art. in De Gids ARTICLE

Title *Art. in De Gids
Is same as work *Art. in De Gids
Author Jacob Nicolaas van Hall
Reference
Place
Date 1883
Quotation
Type ARTICLE
VIAF
Notes ['[p.366]\r\nPaulo majora! Na geruimen tijd in gezelschap van meer of\r\nmin geslaagde phantasie-romans — indien wij ze zoo noemen\r\nmogen - als op een zee te hebben rondgezwalkt, is het alsof wij\r\nvasten grond onder de voeten krijgen, nu wij met den heer Huf\r\nv a n B u r e n en met mej. A. S. C. W a l l i s het gebied vanden\r\nhistorischen roman betreden.\'\r\n\r\n[p.369]\r\nOfschoon wij Vorstengunst van A. S. C. W a l l i s niet uit een\r\ngeschiedkundig oogpunt, maar eenvoudig als roman wenschen te\r\nbeschouwen, mogen wij der schrijfster, bij den aanvang dezer vluchtige\r\naankondiging van haar pas verschenen werk, den lof niet\r\nonthouden, dat zij, niet enkel door een handig gebruik der geschiedkundige\r\nbouwstoffen, gelijk de heer Huf van Buren, maar\r\nook door een diepgaande en veelzijdige studie van een belangrijk\r\ntijdvak der geschiedenis, de geschiedenis van Zweden in de 16e\r\neeuw, op het einde der regeering van Gustaaf Wasa en gedurende\r\nhet bewind van Erik XIV, haar roman tot een kunstwerk van\r\nniet geringe waarde heeft weten te verheffen.\r\n/y,Een goede historische roman" zegt Bakhuizen in de studie,\r\nwaarvan wij boven gewaagden — ^moet den indruk teruggeven,\r\ndien een goede geschiedenis op ons maakt: feiten en menschen zóó\r\nin een geweven, dat beide elkander vormen en het meestal twijfelachtig\r\nis of de gebeurtenissen den mensch of de mensch de\r\ngebeurtenissen beheerscht.... Maar de band tusschen menschen\r\nen feiten mag geen louter spel van het toeval zijn."\r\nHet komt ons voor, dat Mej. Wallis\' roman aan dezen eisch voldoet.\r\nWe zien den held van den roman, den Zweed Göran Person, den\r\ngeliefKoosden leerling van Melanchton, te Wittenberg als „de^\r\n[p.370]\r\nZweedsche geleerde* bekend, eene studie vaarwel zeggen, die hem\r\nniet langer bevredigen kan. „Daar was" — zoo spreekt hij tot\r\nzijn leermeester — „geheel een menschheid om mij heen, die leed\r\nen jammerde en troost vroeg, daar was vermoeidheid en honger,\r\nmaar ik gaf ze boeken ; daar was onderdrukking, maar ik las over\r\nde vrijheid; daar waren onwettige voorrechten, maar ik bestudeerde\r\nde w e t . . . . Daar was een wereld van jammer, die om hulp\r\nsmeekte, en ik — schreef". Person wil een werkelijk levende\r\nwereld leeren kennen; hij zoekt een bestaan van werkzaam handelen,\r\nen daarom grijpt hij de gelegenheid aan, die hem geboden\r\nwordt om in den dienst van Gustaaf Wasa te treden. Te vergeefs\r\nwaarschuwt Meïanchton de dweepzieken jongeling voor hetgeen\r\nhem aan het Zweedsche hof wacht. „Gij zoekt een diadeem, waar\r\ngij een doornenkroon vinden zult", heet het uit des grijzen leermeesters\r\nmond, en met trillende lippen antwoordt Person : „Zoo\r\nhet een kroon is, zal ik mijn lot niet beklagen."\r\nPerson gaat. Doch reeds spoedig blijkt het dat Meïanchton\r\njuist gezien heeft. Person wordt aan Wasa\'s hof door afgunst en\r\nlaster vervolgd. In den kerker geworpen, zonder vorm van proces,\r\nweet hij naar Calmar te ontvluchten, tot Erik, den kroonprins dio\r\nin onmin met zijn koninklijke vader leeft; en wanneer de prins,\r\nna Wasa\'s dood, den troon beklommen heeft, bekleedt Person als\r\nErik\'s gunsteling de eerste plaats aan het Zweedsche hof. In Erik,\r\nzijn redder, meent Person zijn ideaal verwezenlijkt te zien, aan\r\nzijne zijde de poëzie van zijn leven gevonden te hebben. Maar\r\nook hier wachten hem bittere teleurstellingen en bange strijd. Hij\r\nzou er leeren met welke munt vorstengunst betaald wordt, maar\r\nhij zou in zijn strijd voor de rechten der monarchie en tegen\r\nde voorrechten van den adel, tevens ondervinden hoe licht men\r\nmistast in de keus der middelen om het goede te bereiken; hij\r\nzou ervaren hoeveel verzoeking er ligt op den weg die naar de\r\nheerschappij voert; — en met zijn bloed zou hij voor zijne eerzucht\r\nen zijne dwalingen boeten.\r\nMej. Wallis heeft met groot talent het beeld van het door haar\r\ngekozen tijdvak ontworpen. De personen, welke zij ten tooneele\r\nbrengt, treden van den achtergrond, die de geschiedenis vormt,\r\nkrachtig te voorschijn; zij bewegen zich en handelen naar hun\r\nkarakter. Het zijn geen abstracties, geen dragers van eene idee,\r\nmaar levende menschen. Een van die levende menschen, dien wij,\r\n[p.371]\r\nnaast Göran Person, tot de best geslaagde van den roman rekenen, is\r\nMis Sture, met zijn goedhartige onbezonnenheid, zijn snel opbruisend,\r\nmaar ook even snel verzoend karakter, dat hem ongeschikt maakt\r\nvoor zorg en worsteling, Nils Sture, die ook eens door nijd en\r\nlaster verpletterd zal worden.\r\nDe romans, heeft men gezegd, vertoonen in iedere eeuw het\r\nideaal van dien algemeenen menschelijken hartstocht, dien men\r\nl i e f d e noemt. Beter dan uit de gedichten of de gedenkschriften\r\nvan zeker tijdvak, kan men uit de romans vernemen wat iedere\r\neeuw over de liefde gedacht en gedroomd heeft. Doch geldt\r\ndit ook van den historischen roman? Of behoort het tot de eigenaardigheden\r\nvan deze kunstsoort, dat wat in den gewonen roman\r\nde spil is, waarom alles draait, daar slechts een ondergeschikte\r\nplaats inneemt ? Het wil ons niet uit den zin, dat Vorstengunst\r\noneindig in aantrekkelijkheid gewonnen zou hebben, wanneer\r\nde schrijfster, niet nu en dan als ter sluiks eene vrouw ten\r\ntooneele had gebracht, om haar spoedig weder te doen verdwijnen,\r\nmaar naast den held eene heldin had geplaatst — wat ware er niet\r\nvan eene figuur als Karin, Erik\'s maitresse, later zijne vrouw, te\r\nmaken geweest! — eene vrouw, die met den gloed harer liefde\r\ndeze bladzijden verlicht zou hebben.\r\nToch blijft onze waardeering van Wallis\' roman, die, in plaats\r\nvan deze korte aankondiging, een doorwrochte studie verdiende,\r\nwaarin ook op de licht- en schaduwzijden van taal en stijl de aandacht\r\ngevestigd wierd, welgemeend.\r\nEr wordt, in ons land en daarbuiten, zooveel onbezonnens, zooveel\r\nvulgairs in het licht gezonden, zooveel geofferd aan valsche\r\ngoden, dat men hen in eere houden en tot voorbeeld stellen moet,\r\ndie, als de begaafde schrijfster van Vorstengunst, hun ideaal hoog\r\nplaatsen en geen opoffering schromen om het nabij te komen.\'\r\n\r\n(credits:De Digitale Gids, www.arik.nl (non-OCRed scans of original pages))\r\n\r\nhist.mrt14']
comments on work Vorstengunst
In this reception

No persons found

Via received works
Vorstengunst Adèle Sophia Cornelia Opzoomer