*Art. in De Gids ARTICLE

Title *Art. in De Gids
Is same as work *Art. in De Gids
Author J. van Loenen Martinet
Reference
Place
Date 1882
Quotation
Type ARTICLE
VIAF
Notes ['[p. 574}\r\n“La Renzoni. Een roman door Melati van Java. Te\r\nLeiden bij Gualth. Kolff.\r\n\r\nMelati van Java schrijft reeds heel wat titels achter haar naam.\r\nOp het omslag ven bovengenoemden roman staat vermeld, dat zij\r\nde schrijfster is van "de Jonkvrouw van Groenerode", "de familie\r\nvan den Resident", "Fernand" enz. Misschien ontbreken haar werken\r\nin geen leeskring, die zich ten doel stelt, de leden geregeld van\r\nuitspanningslectuur te voorzien, en worden zij in geene leesbibliotheek\r\ngemist, wier geabonneerden elke week recht hebben op een\r\nof meer boekdeelen. Ik kan mij begrijpen, dat een nieuwe roman\r\nvan haar hand onbeziens in dergelijke inrichtingen wordt opgenomen\r\nen men op geen "aankondiging" heeft gewacht, voor men er "La\r\nRenzoni" eene plaats in gaf. \'t Is ook mijn voornemen niet, belanghebbenden\r\nte ontraden, een ander maal denzelfden gedragslijn te\r\nvolgen, als de reeks der romans van deze schrijfster met nieuwe\r\nscheppingen wordt vermeerderd. Integendeel: de geabonneerden van\r\ngemelde inrichtingen kunnen het met hun wekelijksche bezending\r\nslechter treffen. Misschen zijn er onder hen, die op spannender\r\nintrige, hartstochtelijker tooneelen, "gewaagder" toestanden belust\r\nzijn; doch de romans van Melatï van Java zijn te goed, dan dat\r\nzij de blase\'s op het punt van romanlectuur zouden kunnen bevredigen.\r\nBovendien — en dit geldt nu in \'t bijzonder "La Renzoni" —\r\ner zit gang in; de schrijfster heeft er slag van een roman in elkaar\r\nte zetten; het valt haar gemakkelijk hem uit te spinnen; zij heeft\r\nblijkbaar routine van roman-schrijven. Wie dus elke week zijn t a n t um\r\neischt van wat er aan romanlitteratuur aan de markt wordt gebracht,\r\nheeft zich niet te beklagen, wanneer hij aan boeken als "La Renzoni"\r\nzijne leeswoede kan koelen.\r\nHooge lof is dit niet, maar hooger is aan "La Renzoni" bezwaarlijk\r\nte geven; — en men schrijft dit niet neder zonder er bij\r\nte voegen, dat het jammer is. Jammer: omdat men na lezing er\r\nvan gevoelt, dat er met de gegevens van dezen roman, bij ernstige\r\ntoeleg op fijner karakter- en minder jacht op karikatuur-teekening;\r\nbij minder mislukte geestigheden; bij beschaafder dictie en zorgvuldiger\r\nstijl een schooner boek ware te schrijven geweest. Tante\r\nThérèse is een monomaan; tante Johanna een halve onnoozele; de\r\n\r\nBIBLIOGRAPHISCH ALBUM. 575\r\nbetaalmeester een volslagen nul; Dorus een onbeschaamde grappenmaker\r\nzonder meer. En Judith? Judith zou de eenige persoon\r\nvan eenige beteekenis in de Westveldsche omgeving moeten zijn;\r\ndoch ik kan mij van de soort harer studie geen goede voorstelling\r\nmaken, als zij nu en dan haar handenarbeid voor een oogenblik\r\naan hare tante overlaat, om een drama van Calderon te vertalen;\r\nen heb geen juist denkbeeld van haar uitgebreide kennis, die, al\r\nwordt het jonge meisje genoeg savoir vivre toegeschreven\r\nom een jongen losbol te boeien en aan de studie te houden, haar te\r\nmidden van iedere andere omgeving dan haar studeervertrek, tot\r\neen onbeholpen gansje maakt en lang voor haar dertigjarigen leeftijd\r\nvan alle jeugdige illuziën berooft. — De kleine Alda, wier moeder\r\nindertijd met den Tenor van een operagezelschap, dat in het toch\r\nzoo onbeteekende provincie-stadje voorstellingen schijnt gegeven te\r\nhebben, de wijde wereld inging, is met den hartstocht voor het\r\ntooneel geboren en als van nature er voor toegerust met een betooverend\r\nuiterlijk en een zeldzaam schoone stem. \'t Is niet vreemd,\r\ndat zij zich in Westveld niet op haar plaats gevoelt; dat haar\r\nverbeelding zich vermeit in allerlei voorstellingen van de triomfen,\r\ndie zij, aan de zijde haars vaders, den gevierden zanger, zou kunnen\r\nbehalen, \'t Is verklaarbaar, dat zij straks alles in den steek laat,\r\ndoor haar vader overgehaald om haar "roeping" te volgen. Zij is,\r\nevenals haar vader, de tooneelheld, in hare harteloosheid, haar\r\nwuftheid en lichtzinnigheid hier en daar goed geteekend; — hoe\r\nechter is het daarmee te rijmen, dat zij door haar aanbidders met\r\nrecht "la Sensitive", "Edelweisz", "Ne touchez pas a la reine" wordt\r\ngenoemd en in de verleidelijke wereld van het tooneel, als aangebedene\r\ndiva, bij volstrekt gemis aan alle plichtsgevoel, alle\r\naanzoeken, ook van de meest getrouwe aanbidders, van de hand\r\nwijst, om haren man trouw te blijven, dien zij verliet? Hoe is het\r\nmogelijk, dat zij ondanks den omgang met Judith, en ook al werd zij\r\nop de kostschool door allen gevierd en bedorven, niet de minste\r\nontwikkeling zich eigen maakte, zoodat zij niet bij machte is\r\neen briefje aan haar modemaakster te schrijven zonder hulp van\r\nhaar man?\r\nEn haar man? Eeinout is gansch en al mislukt, \'t Spijt mij\r\nvoor de schrijfster, dat zij den indruk geeft hem hare sympathie te\r\nschenken; en indien het haar doel was, voor hem ook die harer\r\n\r\n576 BIBLIOGRAPHISCH ALBUM.\r\nlezers te winnen, heeft zij in dien toeleg zeker gefaald. Zijn wilde\r\nharen toont hij reeds als gymnasiast, zoodat hij niet kan voldoen\r\naan de eischen van zeker admissie-examen, dat ik in geen wet op\r\n\'t Hooger Onderwijs weet te vinden; — en de schrijfster wil ons\r\nWijsmaken, dat hij uit eergevoel • zijne studiën verwaarloosde: hij\r\ndie het zijne makkers in vlugheid afwon, wilde hun niet deloef\r\nafsteken, omdat hij hen mede had getroond in den maalstroom\r\nzijner vermaken 1 Hij wordt naar Westveld verbannen, om zich onder\r\nleiding van zekeren oud-professor (?) voor de akademie gereed te\r\nmaken; de schrijfster verzekert ons, dat hij aan Judith, die in de geheimen\r\nder gymnasiale studiën schijnt doorgedrongen, zijn welslagen\r\nte danken heeft, en wil ons wijsmaken, dat de vroolijke gymnasiast\r\nonder haar invloed zoozeer zou veranderd zijn, dat hij als student\r\nmet alle haagsche herinneringen brekend, een kluizenaarsleven ging\r\nleiden. Hoe is \'t anders denkbaar, dat hij twee jaren lang zijne\r\njongensverliefdheid voor de in jaren en opvattingen oude, de geleerde\r\nJudith trouw bleef, hij, die daarna bewijst hoe licht ontvlambaar\r\nzijn gemoed is, als hij plotseling door Alda wordt betooverd ? En\r\nwel zoozeer wordt hij betooverd, dat hij ondanks zijn "eergevoel"\r\nnauwelijks gevoelt welk een jammerlijk figuur hij tegenover Judith\r\nmaakt; dat hij uit Alda\'s "liedevolle en geestige" brieven niet bespeurt,\r\ndat Judith ze gedicteerd heeft, nadat het bekoorlijke meisje,\r\nte vergeefs had beproefd "uit een brievenboek voor minnende harten,\r\ndat zij beneden in de la van de meid had gevonden, een brief\r\nsamen te rijgen." En als deze Keinout, met Alda gehuwd, langzamerhand\r\nal de domme illusiën, die hij omtrent zijne vrouw\r\ngekoesterd had, heeft verloren; als hij haar in haar onbeteekenend\r\nbestaan heeft leeren kennen, maar in onbegrijpelijke stompzinnigheid\r\nniets heeft vermoed van de gevaarlijke droomerijen, waaraan zij zich\r\novergaf, dan zal hij ten slotte, door haar verlaten, nog uitroepen:\r\n"ik was al te gelukkig 1" En dan zal hij, op een oogenblik dat\r\nover zijn loopbaan als advocaat moet beslissen, een reisje naar\r\nBrussel ondernemen, om daar de trouwelooze op te zoeken; met\r\ngeen andere bedoeling, dan haar — zij heeft met een enkele coup\r\nde ma in een eerste plaats in de tooneelwereld veroverd — achter\r\nde coulissen van het theater de la Monnaie met verwijten te\r\noverladen 1 Zullen wij sympathie moeten hebben voor den man,\r\ndie enkel met bitterheid aan zijne vrouw denkt, en er zich geen\r\n\r\nBIBLIOGRAPHISCH ALBUM. 577\r\noogenblik van bewust is, dat hij haar eischen had gesteld, waartoe\r\nniets hem recht had gegeven, en alleen zijn blinde en domme\r\nverliefdheid hem kon verleiden? De jammerlijke ontgoocheling,\r\nwaarvan hij onvermijdelijk het slachtoffer moest worden, had hij\r\nmoeten dragen als eene boete voor eigen kortzichtigheid. Dan zou\r\nhij zich verheven hebben boven de wereld der philisters, die voor\r\nAlda geen ander oordeel over heeft, dan waarmee zij het "komedianten-\r\nvolk" in \'t gemeen treft. Zuster Mathilde behandelt Alda,\r\nhet afgedwaalde schaap, met teeder mededoogen. Op den weg\r\nvan Melati van Java had het gelegen Eeinout niet als een held\r\nte doen poseeren, maar als Alda\'s medeschuldige te teekenen. Nu\r\nzij Alda voor schuldiger houdt dan Eeinout, offert zij ten slotte aan\r\ndezelfde conventie, die zij in haar onrechtmatigheid en onbarmhartigheid\r\nhad moeten teD toon stellen. Ik vermoed, dat dit aanvankelijk\r\nin haar plan lag, doch dat zij in de uitvoering te kort schoot. En\r\nwie dezen roman leest, niet slechts om zich een oogenblik te verpoozen,\r\nmaar om de letterkundige verdienste er van te wegen,\r\nverwondert er zich niet over. Want hij verbaast zich over de weinige\r\nzorg die aan taal en stijl is besteed, en over de slordige interpunctie;\r\nhij verwondert er zich over, dat iemand, die niet van ontwikkeling\r\nis ontbloot en reeds zoovele titels achter haar naam schrijft, een\r\nboek ter perse zendt en laat afdrukken, dat in deze opzichten een\r\ndoorgaande cacographie mag heeten. Uit zulk een gebrekkigen vorm\r\nspreekt gemis aan zorgvuldige, ernstige opvatting van de taak, die\r\nde schrijfster zich stelde. En indien deze haar blijft ontbreken, moet\r\nhaar arbeid ten laatste onvermijdelijk verloopen in romanschrijverij.”\r\n\r\n(credits:De Digitale Gids, www.arik.nl (non-OCRed scans of original pages))\r\n\r\nhist.mrt14\r\n\r\nStandardizingsvdfeb14 [test - vorige wel even laten staan]\r\n\r\nAbstract:\r\n-\tYes\r\n-\tNo\r\n\r\nJudgment/evaluation :\r\n-\tNegative \r\n\r\nReference to good reputation or success already acquired \r\n-\tYes\r\n\r\nAttitude of the critic toward the author:\r\n-\tserieus']
comments on work La Renzoni
In this reception

No persons found

Via received works
La Renzoni Nicolina Maria Sloot