Notes |
['[p.390]\n“Ons B l a a d j e . Lectuur voor\nde jeugd. Onder redactie van\nMevrouw Nellie van Kol en\nA. A. J. Bogaerts. Derde Jaargang.\n\nMet een verbazende werkkracht,\neen aanstekelijke opgewektheid en\nmet een groote liefde voor- en niet\nminder groote kennis van het kind\nis Mevrouw Nellie van Kol bezig,\nop verschillende wijzen — in het\nveertiendaagsche blad De Vrouw,\nin brochures als Onge Avonduurtjes,\nin een onlangs begonnen reeks door\nhaar uitgezochte kinderboeken en\nin het weekblaadje, waarvan de\ntitel hierboven staat — te arbeiden\nvoor de jongeren en jongsten\nvan ons geslacht, voor de\nmannelijke en vrouwelijke Nederlanders\nvan de komende eeuw. En\nin alles wat zij op schrift stelt of\nvan anderen kiest om het onder\nde oogen van velen te brengen,\ntreffen ons haar heldere kijk op\nhet jonge leven, haar breede opvatting\ndie haar, radicale, toelaat\nte dwepen met een kinderboek van\nde vrome Madame de Pressensé\nom de opvoedende kracht die er van\nuitgaat, haar goed doordachte en\nmet zooveel warmte verdedigde\nlevensleer van den kleinen mensch.\nOns Blaadje is maar een klein deel\nvan baar groot werk. Het was aanvankelijk\nlectuur, alleen voor arme\nkinderen bestemd — vandaar dat\nde wekelijksche afleveringen elk van\n8 bladzijden voor het geheele jaar\nniet meer dan één gulden kosten —\nmaar het heeft zich langzamerhand\ngewijzigd tot een geschriftje voor\nalle kinderen. Met deze uitzondering\nevenwel: het is niet geschreven\nvoor die kinderen, wier ouders hun\nalleen de vermooide wereld, de\nvergulde oppervlakte van de dingen\ntoonen, en de wereld waarin\narmen en misdeelden hun leven\nvoortslepen voor hen verborgen\nhouden. Zulk een methode moge,\nindien al ooit, vroeger te verdedigen\nzjn geweest, zij is dat thans niet\nmeer. „Ik wil" —schrijft Me vrouw\nVan Kol — „de poezele handjes\nnu en dan doen voelen de ruwheid\nder werkelijkheid, maar tegelijkertijd\nwil ik het heele kind in mijn\narmen nemen, het aan mijn hart\ndrukken en het influisteren : „Wees\n„altijd goed, heb altijd lief, en ook\n„door uwe pogingen zal de heele\n„wereld worden zoo mooi en goed\n„qls uwe huiskamer". Zóó vat ik\nmijn plicht op jegens mijn eigen\nkinderen en die van andere moeders,\nen liever werp ik mijn pen in het\nvuur dan dien mij heiligen plicht\nte verzaken".\nMen kent de reputatie van „wat\nzich als stichtlijk aan komt melden".\nDe verhaaltjes, in Ons Blaadje verzameld,\nmelden zich dan ook niet\nals „opvoedkundig" aan — al noemt\nMevrouw Van Kol zich ergens een\n„preektante" — maar hun opvoedende\nkracht is er niet minder om.”\n\n(credits:De Digitale Gids, www.arik.nl (non-OCRed scans of original pages))']
|