*Mention in Art. in De Gids ARTICLE Netherlands

Title *Mention in Art. in De Gids
Is same as work *Mention in Art. in De Gids
Author Unknown journalist (to be identified)
Reference
Place Netherlands
Date 1850
Quotation
Type ARTICLE
VIAF
Notes ['[p.244]\n“Al te zeer zouden wij ons bestek te buiten gaan, wilden\nwij blijven stilstaan bij zoo vele andere voortreffelijke vrouwen\nals ons hier voor den geest zweven, waaraan vooral\nook Engeland rijk is, en die op verschillende wijze, door zelfstandige\nwerkzaamheid en inspanning, voor de menschheid\nnuttig geworden, zich zelve eene levensbestemming verzekerd\nhebben, met hare eigenaardige vrouwelijke roeping\nniet in strijd, maar geschikt om haren geest te verheffen boven\nveel gemis, vele rampen en teleurstellingen, waaronder\nanderen óf verkwijnen en bezwijken, óf ledig en koud van\nhoofd en hart een ten laatste bijna doelloos geworden bestaan\nmismoedig blijven voortslepen. Eene Marcet en Martineau,\neervol bekend door hare staatshuishoudkundige schriften, zoo\nnuttig van inhoud als gelukkig van vorm; — eene M1\'8.\nLyndslay, verre gevorderd in kennis der Botanie, en die\nharen echtgenoot, hoogleeraar en een der eerste geleerden\nin dat vak, bij zijne werkzaamheden en nasporingen de behulpzame\nhand bood; — eene Mrs. Sommerville, van wie\neen harer bekenden ons lagchend verhaalde, dat zij bij hare\ngoede vrienden even grooten naam had, om de uitmuntende\nzelve-gebakken Cakes, die hare theetafel versierden, als bij\nhare wetenschappelijke landgenooten wegens de naauwkeurigheid\nen helderheid, waarmede zij het groote sterrekundige\nwerk van Laplace, dat maar voor zeer weinigen verstaanbaar\nwas, vertolkt en verkort, en voor den Engelschen lezer\nmeer algemeen bruikbaar gemaakt had; — meer anderen\nnog zouden wij willen noemen; maar tijd en ruimte verbieden\nhet, en wij willen enkel nog wijzen op één voorbeeld,\nmeest analoog aan het eerste, dat wij aanhaalden, en aan den\naard van het boeksken, dat aanleiding tot het schrijven dezer\nregelen gaf. Het is eene andere Amalia, die wij bedoelen,\nook eene Duitsche, die harer vaderstad Hamburg tot\neere, maar vooral ook tot grooten zegen verstrekt door hare\n\nER ZIJN ARMEN TE PARIJS EN ELDERS. 245\nwerkzaamheid voor armen en kranken, door haren\' ijver,\nom ook anderen voor die zelfde roeping te bekwamen en\nop te leiden. De naam der edele Sieveking is ook hier te\nlande sinds lang te wel bekend, dan dat hare Avoorden niet\naan velen belangstelling en verlangen tot navolging zouden\ninboezemen. — Niet allen kunnen gelijktijdig op ééne en\ndezelfde wijze werkzaam zijn; maar, zoo schreef zij ons\neenige jaren geleden: "de Heer heeft in zijn rijk velerlei en\nop verschillende wijze werkende krachten noodig. De groote\nhoofdzaak blijft toch altoos deze, dat een ieder helder inzie,\nwaartoe zijn God en Heiland hem bestemt en den hem aangewezen\npost getrouw vervulle." — Eene vereenigde, den\nHeer geheiligde werkzaamheid van velen, vooral ook van\nongehuwde vrouwen, beschouwt zij evenwel als meer bijzonder\nbehoorende tot de verblijdende teekenen dezes tijds. "O!"\nvoegt zij er bij: "o, dat toch alle onze medezusteren, die\nnog de bezwaren en moeite en opoffering schuwen, welke\nzulk eene roeping eischt, het wisten, hoe onuitsprekelijk ruim\nde Heer reeds hier beneden beloont, wat waarlijk voor Hem\ngedaan wordt! Zijne beloften worden nog eiken dag vervuld,\nzoo als ieder, die het maar wil, zich daarvan overtuigen\nkan in eigen zalige ervaring. Zeg dit toch, en verkondig\nhet allerwege in uwen kring, met name ook aan de\njeugdige gemoederen, waarin het verlangen naar genot en\nvreugde zoo sterk en brandend is, en die toch zoo dikwerf\nhet hoogste genot en de hoogste vreugde niet daar zoeken,\nwaar ze alleen te vinden zijn. En kan het u dienstig wezen,\nzoo moogt ge u daarbij ook beroepen op de getuigenis\nuwer Hamburgsche zuster, die naar waarheid zeggen\nkan, dat zij met geene vorstin zou willen ruilen; zoo frisch\nen vrolijk, zoo rijk en zoo bevredigd gevoelt zij zich in dezen\nwerkkring, voor welks toewijzing zij, als voor eene\ngroote genadegifte Gods, dagelijks danken moet."\nNog onlangs in een\' anderen brief, en in haar laatst gedrukt\nverslag, uitte zij zich weder in dienzelfden zin, en\nhaar leven is eene onophoudelijke bevestiging harer woorden.\nSieveking is een sprekend bewijs er van, dat "het hoogste\ngeluk niet bestaat in een of ander soort van uiterlijken toestand,\nmaar eene doorgaande gesteldheid van \'t gemoed, eene eigen\n\n246 ER ZIJN ARMEN TE PARIJS EN ELDERS.\nschap des persoons is." En daarom gelukt het haar ook zooveel\ngoeds tot stand te brengen, en geeft hare verstandige\nzorg voor noodlijdenden niet enkel eene palliative stoffelijke\nhulp voor \'t oogenblik, maar werkt ook voor de toekomst.\nOpvoeding en onderwijs niet der armen alleen, maar meer\nnog van meisjes uit de hoogere standen, die op den duur\nzelve op gelijke wijze voor anderen werkzaam zullen zijn, en\ner zich onder hare leiding in beginnen te oefenen, is eigenlijk\nhoofdzaak voor haar. Daaraan arbeidt zij dagelijks onvermoeid,\nondanks ligchaamszwakte en smarten. Wij ontmoetten,\nnog niet lang geleden, eene harer kweekelingen.\nZij was eene bloedverwante en tevens eene geestverwante\nder edele Amalia; nog jong, maar even schrander als zacht\nen bescheiden, en op zeventienjarigen leeftijd heerlijk ontwikkeld\nnaar geest en gemoed. Bedaard en geregeld, eenvoudig\nen zonder ophef, maar met hartelijke ingenomenheid\nverhaalde zij ons veel van den toestand der volks-scholen in\nHamburg, van den voortreffelijken Wichern en zijne werkzaamheid\nvoor inner\'6 Mission, ook van Tante Matchen (zooals\nzij door ieder kind in Hamburg genoemd wordt), vooral\nvan haren ijver, van hare juiste veelomvattende kennis, van\nhaar diep inzigt, van hare zich zelve vergetende, opofferende\nliefde, die zoo vele grootere en kleinere geriefelijkheden en\naangenaamheden des levens blijmoedig zich ontzegt, om maar\nte meer voor hare kweekelingen te kunnen zijn, om maar te\nmeer naar hare zieken te kunnen heendragen, en deze te\nbeter te verkwikken. In de laatste jaren dikwijls gekweld\ndoor hevige rugpijnen, die haar, als ze op \'t ergst zijn, geene\nandere dan eene liggende houding, en wel op harde oppervlakte\ntoelaten, heeft zij toch nog niet kunnen besluiten hare\nlesuren er om. af te breken, maar menigmalen aan de om\nhaar heenzittende kinderen of volwassene meisjes met groote\nkalmte en helderheid onderwijs gegeven, terwijl toch de pijn\nhaar noodzaakte onbewegelijk in die horizontale positie op\nden harden vloer te blijven liggen. Wat vermag niet zulk\neene kracht van wil, zulk eene zelfstandige werkzaamheid,\nvooral wanneer zij, als hier, haren oorsprong heeft in\npligtbesef, in dankbaarheid, in liefde tot Christus en tot\nGod, en het werk ondernomen wordt in geloof, in oot\n\nEK ZIJN ARMEN TE PARIJS EN ELDERS. 247\nmoedig, maar onwrikbaar vertrouwen op hooger hulpe en\nzegen!"\n\n(credits:De Digitale Gids, www.arik.nl (non-OCRed scans of original pages))']

No works found

In this reception
mentions person Amalie Wilhelmine Sieveking
Via received works

No persons found