*Art. in De Gids ARTICLE

Title *Art. in De Gids
Is same as work *Art. in De Gids
Author Jacob Nicolaas van Hall
Reference
Place
Date 1891
Quotation
Type ARTICLE
VIAF
Notes ['[p.577]\n“Passiebloemen door HÉLÈNE SWARTH. Met portret. Amsterdam,\nP. N. van Kampen & Zoon. 1891.\n\nDe passiebloem, in wier dradenkrans men de doornenkroon heeft\nwillen zien en wier helmknoppen men met bloedende wonden heeft\nvergeleken, was reeds voorlaag een bloem tot welke H é 1 è n e\n8 w a r t h zich aangetrokken voelde. Eeeds in den bundel Beelden\nen Stemmen, in 1887 verschenen, komt een Sonnet voor, v Passiebloem"\ngetiteld, waarvan de eerste twee strofen aldus luiden:\nIs haar in \'t hart de passiebloem ontloken,\nZoo wordt de vrouw aan \'t martelkrais geklonken.\nDe bittere beker wordt haar volgeschonken,\nHaar hoofd gebogen en haar kracht gebroken.\nDoch de alsem wordt haar wijn en, lijdensdronken,\nDunkt haar, als \'t woord van liefde is uitgesproken,\nDe doornenkroon, van perels bloed omblonken,\nEen diadeem, in \'t vorstlijk haar gestoken.\nDat zij thans haren nieuwen bundel gedichten Passiebloemen heet,\nis kenschetsend voor de dichteres. Eentonig heeft men hare verzen\ngenoemd, omdat uit bijna allen een diep weemoedige hartstochtelijke\ntoon spreekt; en velen hebben verlangd naar het oogenblik,\nwaarop het leven Hélène Swarth helderder dagen zou bereiden,\nen zij opgewekter, blijmoediger haar lied zou zingen. Maar toen\ndie dagen schenen aangebroken, bleek het, dat de weemoed zoo\ntot haar innigst wezen behoorde, dat, ja wel eens een enkel lied\nvan zonnig, juichend geluk sprak, maar ook in dat geluk de oude\nweemoed telkens weer zijn toon kwam mengen.\nO lief, mijn lief, sla de armen om mij keen!\nBerg me aan uw borst, mijn veilig heiligdom:\nNiets wil ik voelen dan uw liefde alleen.\nKus dicht mijn oogen, laat mijn lippen stom\nEn als ik ween, vraag niet waarom ik ween. . .\n*) Dit portret had men liever moeten weglaten. Wie het ook moge voorstellen,\nde blonde Hélène Swarth kan men in dit eenigszins Oostersch type\nbezwaarlijk herkennen.\n\n578 LETTERKUNDIGE KRONIEK.\nZoo dicht bij \'t mijne en toch zoo ver van mij,\nUw hart dat weelde zoekt en weemoed vindt!\nNn zijn we alleen in \'s Levens woestenij. .. .\nWien dat hindert, wie ontstemd raakt door dien voortdurend\nernstigen trek op haar gelaat — er zijn menschen die geen lijden\nkunnen zien, en liefst van eens anders leed niet hooien ! — moge\nzieh tot andere dichters wenden. Mij is geen Nederlandsch poëet\nvan onzen tijd bekend, wien voor de droevige stemming van zijn\ngemoed, hetzij die zich tot zachten weemoed bepaalt of in doffen\nwanhoop overslaat, zulk een rijkdom van beelden en vormen, van\ntinten en kleuren ten dienste staan.\nIn dezen bundel wordt men bovendien getroffen door de kunst\nwaarmee de dichteres, in het enge kader van het sonnet, een stuk\nnatuur weet weer te geven: een landschap als in ^Nazomer",\n# Herfst", of als in ^Zonnestralen", met dezen aanhef:\nNu stroomt alom de volle zomerzegen\nOp \'t windbewogen meer van ros rijp koren.\nZacht graangeritsel maakt een feest voor de ooren,\nEen feest voor de oogen maakt de stralenregen.\n\'t Is louter goud dat öpgolft uit de voren,\n\'t Is louter goud dat rijk komt neergezegen\nUit blauwe lucht met lichte zilvervegen....\nDaar is in al de verzen van Helene S war tb iets zeer nobels en\nfiers, iets voornaams. Men stelt zich de dichteres vaak voor ^kalm\nen trotsch, het hoofd ten hoogen" haar ,, blanke dichtervlag"\ndragend, zooals het in een harer sonnetten luidt; en niemand weet\nals zij zoo breed, met zoo vollen toon, de Nederlandsche taal, de\nrijke, kleurige, die woorden en beelden en schakeeringen heeft voor\nalle stemmingen en aandoeningen, in golvend rythmus te laten klinken.\nHoe breed gepenseeld en hoe schitterend van kleur is, in ^Liefde en\nTrots", de strijd tusschen den krijgsman en het godenkind, hoe fier\nklinkt de juiohtoon, wanneer Trots Liefde overwint, en hoe weemoedig\nde naklank:\nDoch laat mij weenen om wat is geweest,\nEu Liefde\'s lijk, draag \'t zacht de stadpoort uit,\nBestrooid met witte bloemen, als een doode bruid.\n\nLETTEKKUNDIGE KRONIEK. 579\nIn smaakvoller lijnen kan men een bevallig beeld niet teekenen\ndan in deze regelen:\n\'k Voel me als een kindje, dat een vollen kelk,\nLangs diep doorploegde paden zoetjes draagt.\nZoo bang voor \'t storten van de blanke melk,\nDat nanw \'t de voetjes te verzetten waagt...\nZoo draag ik traag dit boordevolle hart,\nKristallen kelk, waar blanke liefde in beeft...\nWanneer men deze verzen hardop leest, dat wil zeggen: naarmate\nvan den aard van het gedicht, half\' fluisterend, de broze\nbeelden zacht aanroerend en streelend, of\' overluid, aan de breede\nmelodiën haar vollen klank gevend, dan kan het niet anders of\' men\nmoet onder de bekoring geraken van deze kunst. Men gevoelt het:\ndat is niet gemaakt of\' nagepraat, dat is doorleefd, en wat zoo in\nhet leven zelf doorbracht is, zal onsterfelijk in het l i e d blijven\nleven.”\n\n(credits:De Digitale Gids, www.arik.nl (non-OCRed scans of original pages))']
comments on work Passiebloemen
In this reception

No persons found

Via received works
Passiebloemen Hélène Swarth