Notes |
["hist.mrt14\npos\n\nHOoms (link + codes)XEX 135\n\n[p.134]\n\nWaldfried. Door Berthold Auerbach. Vertaald door Mevr. van Westrheene. 2 Deelen. Amsterdam, P.N. van Kampen & Zoon. 1874. - De Beijersche Hiezel, en Noord en Zuid. Naar het Hoogduitsch van Hermand Schmid. 2 Deelen. Alkmaar, P. Kluitman.\n\nAuerbach en Schmid zijn beiden aan onze landgenooten van eene zoo gunstige zijde bekend, dat wij voor ditmaal met eene korte aankondiging meenen te kunnen volstaan.\n\nWaldfried is de hoofdpersoon in eene familiegeschiedenis, welke met de oorlogsgebeurtenissen 1866-1871 in Duitschland wordt in verband gebracht. Reeds hierom zal de roman in zijn vaderland meer aandacht wekken dan in het onze. Om eenen ingewikkelden knoop ontward te zien behoeft men Waldfried niet te lezen, doch aan aangenaam geschetste tafereelen ontbreekt het niet, en nog minder aan schrandere invallen en opmerkingen, bij welke men het boek uit de hand legt om er eenige oogenblikken op na te denken.\n\nDat de vertaalster hare taak uitmuntend verricht heeft\n\t\n[p. 135]\n\t\n\nbehoeft niet te worden gezegd XEX. Ik neem alleen de vrijheid, haar opmerkzaam te maken - indien zij zelve namelijk de proeven corrigeert - op den verkeerden zin, die niet zelden ontstaat wanneer men onjuist interpungeert of rangschikt. Ik haal slechts één voorbeeld aan. ‘Ik heb Martella ook verongelijkt; ik had haar niet, zoo als het nu gebeurd is, bij u moeten inleiden.’ (I. 28.) Het moet zijn: ik had haar niet zoo bij u moeten inleiden als het nu gedaan (of gebeurd) is; of: ik had haar niet zoo, als het nu gebeurd is, bij u enz. Zulke vlekjes zijn klein, maar uit de pen der smaakvolle Mevr. van Westrheene merkt men ze op. Reis, als bestanddeel van stalstroo (I. 92) en revier als gedeelte van een weg, onder eenen afzonderlijken wegwerker gesteld (I. 268), zijn geen Nederlandsche woorden.\n\nAls men op de titels der beide deelen van ‘de Beijersche Hiezel’ hetzelfde gesteendrukte vignetje ziet, zou men allicht denken dat het één roman is; maar het verhaal, naar den jachtstrooper Hiezel genoemd, vult het eerste deel, terwijl het tweede bestaat uit Noord en Zuid, slechts zijdelings als een vervolg op het andere aan te merken, gelijk dan ook de ‘signatuur’ luidt: ‘Heinrich Schmid, Novellen, I en II’. Beide zijn zeer onderhoudend geschreven en over 't geheel goed vertaald.\n\nDe uitvoering is net.(dbnl)\n"]
|