*Mention in Art. in De Gids ARTICLE

Title *Mention in Art. in De Gids
Is same as work *Mention in Art. in De Gids
Author W.C. Knottenbelt
Reference
Place
Date 1857
Quotation
Type ARTICLE
VIAF
Notes ['[p.258]\r\n“Eveneens dwingt ons eene\r\nonpartijdige beschouwing van den tegenwoordigen toestand\r\nder wereld tot de erkentenis, dat de slavernij in de hand\r\nvan Hem, die zoo dikwijls hetgeen de menschen ten\r\nkwade denken, ten goede keert, het middel is geweest om\r\nde negerrassen in aanraking te brengen met het Christendom\r\nen de Europésche beschaving. Ik geloof niet, dat\r\neen romanschrijver het zoude wagen om aan de boorden\r\nvan den Niger, of elders, onderde negervolken van Afrika\r\neen geloovige als Tom, of een werktuigkundige als George\r\nHarris, te laten optreden: dit zou zelfs voor een Gerstacker\r\nwat sterk zijn; en intusschen doet Mevr. Beecher Stowe\r\nhen ons ontmoeten onder de slaven van Kentucky, zonder\r\ndat zij het verwijt op zich laadt van het onwaarschijnlijke\r\nte schetsen. Wij willen daarom niet ontkennen, dat er\r\nvoor een groot deel der slaven ontzettend veel is, hetwelk\r\n\r\nEMANCIPATIE EN EVANGELIE. 259\r\nde zedelijke verstomping bevordert en de onzedelijkheid\r\nbijna onvermijdelijk maakt, maar men vergete niet, dat er\r\nook in Euroj;a, onder de mindere standen, talloozen zijn,\r\nwier toestand voor hunne ontwikkeling allernadeeligst is\r\nen waarop de verleiding om tegen de wetten der eerbaarheid\r\non der eerlijkheid te zondigen, met ontzettende\r\nkracht werkt. Het is bovendien in alle geval onbillijk, de\r\nwerking der slavernij te beoordeelen naar het verschil\r\ntusschen den toestand van den slaaf en de arbeidende en\r\ndienstbare klasse in Europa. Om tot een billijk oordeel\r\nte komen, moet men vragen: wat was hij in Afrika, en wat\r\nwerd hij na zijne overbrenging naar Amerika? Men zal\r\ndan zeer zeker niet tot een zoo nadeelig besluit komen. De\r\nafschuwelijke menschenhandel langs de kusten moge in\r\nAfrika aan den menschenroof en de dieverij eene vreeselijke\r\nuitgebreidheid gegeven hebben: het is niettemin zeker dat\r\nzij aldaar reeds vóór de komst der blanken aan de orde\r\nwaren, en nog zouden blijven bestaan, al wierd de uitvoer\r\nvan slaven geheel gestuit. Persoonlijke vrijheid en regten\r\nvan den men.sch zijn in die streken geheel onbekende zaken\r\n: de vrouwen worden door hare mannen en de onderdanen\r\ndoor hunne vorsten weinig beter dan als slaven beschouwd\r\nen behandeld. De godsdienst is een ruw feticisme\r\nen de zedelijkheid en de beschaving staan op den laagsten\r\ntrap. In geen ander oord der wereld zijn de moeijelijkheden\r\nwelke de zending te overwinnen heeft, zoo talrijk en\r\ngroot: zij maakte dan ook bijna geene vorderingen. Denkt\r\nmen aan zulk eenen toestand , dan begrijpt men ligt, waarom\r\nhet in de s^enhoudende landen gebruik is, den woeststen\r\nslaaf eenen echten Afrikaan te noemen. Men behoeft waarlijk\r\nniet tot Kentucky op te klimmen om slaven te vinden,\r\ndie verre boven hunne Afrikaansche stamgenooten staan.\r\nMen zie alleen op den rijkgezegenden arbeid der Methodisten\r\nin de 2iuidelijke Staten, op de vruchten die het werk\r\nder Moravische broeders in Suriname reeds draagt, en op\r\nden heilzamen invloed van de Roomsch-Katholieke Geestelijken\r\nop de Negers op Curacao en eenige naburige eilanden.”\r\n\r\n[…]\r\n\r\n[p.282]\r\n“Nog treffender\r\nkomt dezelfde kracht des Evangelies uit in Evangeline,\r\nwier liefelijk beeld duizende lezers van de "Negerhut" .wel\r\nvoortdurend met onverflaauwde helderheid .voor den geest\r\nzal staan. Haar gevoelig hart breekt bij het aanschouwen\r\nvan de gruwelen dier slavernij, maar welk eene kracht ligt\r\ner in de zwakheid van dat brekende hart! Ten voorbeelde\r\nzij hier haar invloed herinnerd op haren neef Henrique,\r\ndien echten zoon der Zuidelijke Staten. Hij slaat Dodo,\r\nwanneer het hem goeddunkt. Het komt niet in hem op\r\nhierin iets te kwaads zien. Zijn vader haalt de schouders op bij\r\ndie mishandelingen. Henrique is wat driftig, maar Dodo\r\nmaakt het er ook weleens naar, en kon er in alle geval\r\ntegen. Hoe verschillend is de beschouwing van Evangeline!\r\nZij kan het niet zien, dat haar neef den jongen slaat, en\r\ndat nog wel geheel onverdiend. Henrique heeft aanvankelijk\r\nvolstrekt geen begrip van dat medelijden niet eenen\r\nslaaf en van de bewering, dat deze tegenover zijnen meester\r\ngelijk zou hebben.- Als zijne schoone nicht echter volhoudt\r\nen hem doet gevoelen, dat zij nooit zoo iets van hem\r\ngedacht had, en dat zulke dingen haar stuiten, gevoelt bij\r\nhare zedelijke meerderheid en buigt voor de kracht van\r\nluiro Christelijke overtuiging: hij begint in te zien, dat het\r\n\r\nEMANCIPATIE EN EVANGELIE. 283\r\nlaag is een weerlooze te mishandelen. Zulke lessen blijven\r\nden mensch bij; men kan er zich over heenzetten, maar\r\ner zich geheel van losmaken kan men niet. Evangeline zal\r\nook, nadat s;ij gestorven was, nog wel door haar geloof\r\ntot Henrique gesproken hebben, als hij de zweep tegen\r\neenen slaaf ophief.\r\nIs het onmogelijk, dat een Christen-meester zijne slaven\r\nals slaven behandelt en vrede vindt, terwijl hij zich verschuilt\r\nachter de bepalingen der wet of eene verdraaijing\r\nvan sommige Bijbelplaatsen: even onmogelijk achten wij het,\r\ndat Christen-ülaven aanhoudend als slaven behandeld worden.\r\nDe innige vroomheid van Oom Tom verhinderde niet,\r\ndat hij al de gevolgen der slavernij ondervond; maar zij\r\nverhinderde wèl, dat hij voor zijne bezitters werkelijk een\r\nslaaf, eene zaak, — een stuk vee was. Zelfs de handelaar\r\ndie hem de r vier af naar Nieuw-Orleans bragt, had ontzag\r\nvoor die vroomheid van de echte soort. Zijne vroegere geschiedenis\r\nlaten wij echter rusten, en wijzen op zijn verblijf\r\nbij Mr . Simon Legree, bij wien hij tot den laagsten trap\r\nvan het slavenleven afdaalt. Wij zouden kunnen aanmerken,\r\ndat Legree eer een onmensch dan een mensch verdient\r\ngenaamd te worden... Maar wij nemen hem gelijk hij\r\nons wordt voorgesteld, en beweren, dat, volgens die voorstelling\r\n, dooi\' zijn voorbeeld de waarheid wordt bevestigd,\r\ndat het onmogelijk is — zelfs voor zulk een woestaard onmogelijk\r\n— in eenen Christen niets meer dan een slaaf te\r\nzien. Legree s.ag duidelijk, lezen wij in de "Negerhut," dat,\r\nwanneer zijn geweld en dwingelandij onschuldigen troffen, Torn\r\ndaarop lette; want zoo fijn is de werking der opinie, dat zij\r\nzich zonder woorden doet gevoelen, en zelfs de opinie vaneenen\r\nslaaf eenen meester kan hinderen. — Ziedaar juist de zaak:\r\ndie man, wtlke ziet en gevoelt, hindert, belemmert en\r\nbedwingt. Eén geloovige slaaf brengt het gansche stelsel\r\nvan onmenschelijke wreedheid op de plantage van Legree\r\nin de war. Men zegge niet: Legree liet zich niet in de\r\nwar brengen; hij martelde den slaaf dood. Dit was eene\r\nkostbare dwaasheid, waartoe hij in blinde razernij kwam.\r\nHij kon zich haar tegen dezen ééne veroorlooven, maar\r\nzoo hij er tivee of meer dergelijke gehad had, zou zij\r\nzichzelve verboden hebben.\r\nWij kunnen de regten van eenen medemensen niet \'geheel\r\nvoorbijzien, maar wij kunnen dit wi\'1 het allerminst,\r\n\r\n284 EMANCIPATIE EN EVANGELIE.\r\nwanneer hij zedelijk boven ons,staat, en ons geweten ons\r\nzegt: hij is uw meerdere.”\r\n\r\n(credits:De Digitale Gids, www.arik.nl (non-OCRed scans of original pages))\r\n\r\nForDWW19']
In this reception

No persons found

Via received works
Uncle Tom's cabin, or Life among the lowly Harriet Elisabeth Beecher Stowe