Notes |
['"Wie\nnu bekrompen genoeg is om voor dat woordje en het woordje maar\nte lezen, hij late deze novellen onaangeroerd liggen, hij onthoude\nzich dus van een waar letterkundig genot, en hij make zich schuldig\naan hetzelfde exclusivisme, dat ik de fout noem der vereeniging van\nvaderlandsche letterkundigen. Is hij echter ruimer van blik, te goed\nen te open Nederlander dan dat hij voor eene eenzijdige opvatting\n— niet overtuiging — van geloof zijne nationaliteit zou willen verloochenen,\ndan beginne hij al vast met de lectuur van Clemencia,\nvertaald door Mr. W. F. Scholten tot Gansoyen, zoo ik \'t wel heb een\nProtestant, en hij beslisse dan of ten minste de geloofsgenoot regt\nhad aan dit werk zijn tijd voor eene getrouwe vertaling te besteden,\nomdat het in waarheid eene begeerlijke lectuur voor onze landgenooten\nmag genoemd worden."\n\n[p.184]\n"Daarenboven\nhebben wij nog eene verminkte Familie d\'Alvareda in het Guldens\nTijdschrift, behalve de fraaije Clemencia van de hand van Mr. Scholten."\n\n(credits:De Digitale Gids, www.arik.nl (non-OCRed scans of original pages))']
|