J.H.C. Heijse, *Art. in De Gids ARTICLE

Title J.H.C. Heijse, *Art. in De Gids
Is same as work J.H.C. Heijse, *Art. in De Gids
Author Johan Hermann Christian Heyse
Reference
Place
Date 1878
Quotation
Type ARTICLE
VIAF
Notes ["[p.422]\n“V i n e t a , naar het Hoogduitsch van E. Werner, door\nHermina. Arnhem, P. Gouda Quint, 1876/77.\n\nIn de pruissische provincie Pommeren, en wel op het eiland Wollin\naan het Oder-haff, was volgens de overlevering in de Bde eeuw onzer\njaartelling de bloeiende koopstad Vineta gelegen, die van phenicischen\noorsprong heette, en, naar de traditie zegt, door eene overstrooming\nin de 12de eeuw totaal vernietigd werd. Allerlei verhalen\naangaande de weelde en het zedenbederf dier stad leven nog altoos\nin den mond der bevolking, die deze streken bewoont. 13e visschers\nin die oorden beweren zelfs, dat de trotsche koopstad der oudheid\nnu en dan uit de diepte opstijgt, zoodat sommige uitverkorenen haar\nhebben aanschouwd.\nAan deze stad der legende heeft de schrijfster, die zich E. Werner\nnoemt, den titel ontleend voor den roman, welke in deze regelen\nwordt aangekondigd. Zij deed zulks niet, omdat de legende van het\noude Vineta in dezen roman verwerkt is, maar vermoedelijk omdat\nhet tooneel der handeling gedeeltelijk in deze streken moet gezocht\nworden en een paar malen in deze bladzijden gezinspeeld wordt\nop die legende en op datgene wat het volksgeloof in betrekking tot\nhaar verhaalt.\nDe titel is zeer gezocht, om niet zeggen geheel onjuist gekozen,\nen wordt volstrekt niet gerechtvaardigd door een verband, dat de\nschrijfster op gekunstelde wijze trachtte te brengen tusschen de lotgevallen\nder hoofdpersonen van haar verhaal eenerzijds en de gewaarwordingen\nvan hen, die het verzonken Vineta mogen aanschouwen,\nanderzijds.\nDat brengt mij tót de opmerking, dat de schrijfster in de keuze van\ndien titel zeker effektbejag verraadt, iets waaraan zij zich trouwens\nook in andere opzichten wel eens schuldig maakt. Den lof, haar\nvan onderscheidene zijden ter zake van hare talenten toegezwaaid,\n\nBIBLIOGRAPHISCH ALBUM. 423\nacht ik gansch niet onverdiend, maar bejammer het daarom juist te\nmeer, dat zij nu en dan de toevlucht neemt tot kunstgrepen, die\nharer in elk geval onwaardig zijn. Hare gaven behoorden haar te\nnopen, om de kunstmiddelen te versmaden, welke middelmatige auteurs\nzoo gaarne ter hand nemen, al zou zij daarmede wellicht de\nsympathie verbeuren van zéker deel van het romanlievend publiek,\ndat allermeest behagen schept in de schildering van gezochte toestanden\nen onnatuurlijke persoonlijkheden. Maar zij zelve houdt\nblijkbaar van verrassingen en maakt jacht daarop, ook in dezen roman,\ndie mijns inziens zoodoende ontsierd wordt, niet het minst door de\ntegenstelling, als men let op de vele voortreffelijke eigenschappen van\nhet boek.\nEeeds eenmaal bij de verschijning van een anderen roman van\nWerner heb ik in dit maandschrift verklaard, dat deze auteur niet\ndie bewondering bij mij wekte, welke velen èn in haar vaderland\nèn ook ten onzent haar schonken. Na de kennismaking met latere\ngeschriften, laatstelijk met Viiieta, is dit mijn oordeel niet gewijzigd.\nZij heeft haar zucht naar effektbejag in den loop des tijds geenszins\nafgelegd, vermoedelijk omdat zij daarin gestijfd is door de toejuiching\nvan het groote publiek, een kunstrechter, die intusschen van twijfelachtige\nbeteekenis is.\nDe held van het verhaal, dat hier voor ons ligt, zekere Waldemar,\nbiedt ons door zijn doen en laten allerlei merkwaardige verrassingen\naan. Het raadselachtige dat er bestaat in de houding van deze\npersoonlijkheid, als men let op het begin en op het einde des\nverhaals, blijft van de zijde der schrijfster onverklaard.\nNiet anders is het gesteld met de figuur van Waldemar's leermeester\nDr. Fabian. Het is een misgreep van de romandichteres, als zij de\nteekening van dien Fabian zoo uitvoert, dat wij in hem een geschikt\nvoorwerp voor onzen spotlust zien, of het is een gezochte\nverrassing, die zij den lezer wil bereiden, als diezelfde ietwat belachelijke\nfiguur later in een geheel ander karakter optreedt.\nEindelijk is ook Waldemar's moeder geene vrouw uit een stuk,\nterwijl de schrijfster haar toch wel degelijk als zoodanig aan ons\nwil doen kennen. Er is eene leemte in de karakterteekening dier\nvrouw, nu zij aan het einde des verhaals zich verzoent met haren\nzoon en diens huwelijk niet hardnekkig blijft tegenwerken.\nVoor hen, die het boek niet kennen, spreek ik in raadselen. Het\n\n4 2 4 BIBLIOGRAPHISCH ALBUM.\nis mijne bedoeling niet daaraan te gemoet te komen door eene beknopte\nuiteenzetting van den inhoud. Hij, die belang daarin stelt,\nneme het boek zelf in handen, iets wat ik, trots de gemaakte aanmerkingen,\nveilig durf aanraden aan het lezend publiek. Zoowel wat\nnatuur- als karakterteekening betreft, is in dezen roman menige\nverdienstelijke bladzijde, terwijl de ontknooping over het geheel genomen\nzeer geleidelijk en natuurlijk is. Ofschoon het verhaal op\neen betrekkelijk beperkt terrein speelt en een kleinen kring omvat,\nheerscht er niet de minste eentonigheid. Enkele ondergeschikte\nfiguren als Greta en de assessor zijn met meesterhand geschetst, en\njuist dit tweetal brengt eene aangename afwisseling in de mededeeling\nvan Waldemar's ontmoetingen op Wilicza, die anders allicht\neentonig geweest ware. Enkele tooneelen zijn zoo levendig geteekend,\ndat de lezer ze mede doorleeft, als ware hij toeschouwer geweest,\nzooals o. a. de ontmoeting in de houtvesterswoning, die\nzooveel heeft bijgedragen tot de ontknooping.\nAan de grenzen van pruissisch en russisch Polen is door de\npartijgangers meermalen een felle strijd gevoerd. De schrijfster geeft\nons een merkwaardig kijkje daarop; want veel is hier, vermoed ik,\nnaar het leven geteekend. Zij doet ons zien hoe de rassenhaat\nalles, soms zelfs de teederste banden, verscheurt, maar ook hoe de\nliefde nu en dan dien feilen haat weet uit te delgen.\nDoch genoeg reeds: het romanlievend publiek moge zelf lezen\nen oordeelen. Veel dat in dien kring ijverig gezocht wordt, is van\nvrij wat minder allooi. De strekking o. a. is in Vineta zoowel als\nin Werner's overige romans zedelijk; er worden door haar geene\nverkeerde hartstochten gewekt of geprikkeld, zoo min zijdelings als\nrechtstreeks.\nHermina, die ook andera romans van dezelfde schrijfster vertaalde, •\nvolbracht die taak blijkbaar met ingenomenheid, en wat men met\nliefde doet, slaagt in den regel. Het is inderdaad een Hollandsch\nboek, dat wij te lezen krijgen, een boek, waarin het aantal Germanismen\nniet grooter is dan in vele oorspronkelijke geschriften, die\nten onzent verschijnen.\nVinde deze roman zijnen weg. De uitgever zorgde voor een aangenaam\nuiterlijk.”\n\n(credits:De Digitale Gids, www.arik.nl (non-OCRed scans of original pages))"]
comments on work Vineta
In this reception

No persons found

Via received works
Vineta Elisabeth Bürstenbinder