| Notes |
["remercie pour les heures agréables passées à traduire A et T.; précise que de temps en temps elle a ajouté des notes de la traductrice, puisqu'il lui arrive de ne pas être d'accord avec Genlis.\n\nvoir: Suzan van Dijk, 'La préface comme lieu de rencontre: Madame de Genlis et sa traductrice hollandaise Elisabeth Bekker'. In; M. Kozul et al. (eds.), Préfaces romanesques. Louvain: Peeters, 2005, 385-396.\n\n\nenkele passages:\n522:\n[...] En wie, vraagt gy mogelyk, zyt gy, die men de Vertaling myner Werken aanbevolen heeft? [...] De Nieuwsgierigheid is onze Sex eigen genoeg, om u eens te doen vragen: wie is toch de vertaalster myner Werken?\n[..]\n[curs] Ik maak Boeken[curs], Mevrouw, en taamlyk goed slegte [curs] Vaerzen[curs].\n[..]\nUw schoon oorspronkelyk werk beviel my dermate, dat ik my liet vinden, om het voor myne Landsgenoten verstaanbaar te maken.\n[..]\n[misschien wil Genlis niet tegengesproken worden?] Doch dit verwagt ik niet van eene Dame, die zo veel eer aan de Sex doet; en voor ons een Werk geschreven heeft, dat in allen opzichte schoon en uitmuntent is.\n[...]\n\n524\n[..]\n[ik reken] het my tot eene eer, uitgekozen te zyn, om uwe Werken van tyd tot tyd in myne uuren van uitspanning te vertalen.\n[...]\n[G. is] [curs] eene der Weldoensters des Menschdoms [curs].\n\ndébut de cette lettre traduite en français (SvD):\nMadame! Je vous écris dans une langue que, très probablement, vous n’entendez pas. Ceci n’est pas de ma faute. Je pourrais vous écrire en votre langue! Mais je n’ai pas fait ce choix. […]"]
|