*Art in De Gids ARTICLE

Title *Art in De Gids
Is same as work *Art in De Gids
Author Willem Hendrik de Beaufort
Reference
Place
Date 1881
Quotation
Type ARTICLE
VIAF
Notes ['[p.617]\n“Mme de Witt neé Guizot, Monsieur Guizot dans sa familie\net avec ses amis (1787—1874). Paris, Hachette et Co.\n\nAan Guizot is een voorrecht ten deel gevallen, dat aan weinig\nstaatslieden beschoren is geweest. Toen zijn staatkundige loopbaan\nvoor goed geëindigd was, is voor hem een tijdperk van rust aangebroken,\ndat zich verlengd heeft tot over het vierde eener eeuw.\nZijn geest heeft in die jaren niets van zijne scherpzinnigheid en\nzeldzame werkzaamheid verloren. Hij heeft gearbeid tot het laatst,\nhij is — om zoo te zeggen — gestorven, met de pen in de hand.\nHet sprak van^ zelf, dat hij, ia die dagen van nabetrachting over een\nleven van zoo groote staatkundige beteekenis, zich voor de nakomelingschap\nwilde rechtvaardigen tegen de harde uitspraak van\nhet volk dat hij bestuurd had. Hij heeft dit gedaan, toen de indruk\nder gebeurtenissen van 1848 reeds tien jaren oud was. Hij behoefde\ndus niet meer te pleiten tegen persoonlijke tegenstanders, hij\n\n618 BIBLIOGKAPHISCH ALBUM.\nkon schrijven voor geheel Frankrijk en voor de gansche beschaafde\nwereld. De tijd en de omstandigheden hadden persoonlijke grieven\nafgesleten en den wrok over miskenning en verdachtmaking afgekoeld;\nzij hadden hem tevens de gelegenheid gegeven om alles wat\nhij verricht had nogmaals te toetsen aan eigen oordeel.\nToch bleven de Mémoires in zekeren zin een verdedigingsschrift;\nmaar zij zijn geschreven in een toon van kalmte en betrekkelijke\nonpartijdigheid, en met een mate van oprechtheid, beide in\ngeschriften van dien aard zeldzaam. Belangrijk uit een geschiedkundig\noogpunt, leerden zij ons den persoon van den schrijver\nniet anders beschouwen, dan wij dien uit zijne daden kenden.\nOnze voorstelling van den onbuigzamen, terugstootenden staatsman, die\nzoo goed strookte met het ernstig oog, de samengeknepen lippen,\nzelfs met de lange, hoog toegeknqopte jas van zijn bekende beeltenis,\nbleef geheel onaangetast. Ik wil niet beweren dat de Guizot,\ndien wij uit het hierboven vermelde boek leeren kennen, een andere\nGuizot is dan die der Mémoires. Maar wel vormt het geschrift van\nMevrouw de Witt een onmisbare en tevens allergelukkigste aanvulling\nder Mémoires. Het is dezelfde Guizot, maar bezien van een\ngeheel ander standpunt, door een geheel ander licht beschenen. In\nplaats van de lange statige gestalte, met de eene hand op de borst en\nde andere op den rand der tribune, zien wij den huisvader in\nden gemakkelijken leuningstoel, met de vingers in de lange lokken\nvan kinderen en kleinkinderen spelend. Den man, die in de Mémoires\nverhaalt, hoe hij zich, na een hevigen parlementairen\naanval, het genoegen niet kon ontzeggen zijnen tegenstanders den\nuitroep naar het hoofd te slingeren, dat geen hunner beleedigingen\nhoog genoeg reikte om tot het peil zijner verachting te naderen,\ntreffen wij hier aan, geknield bij het sterfbed van de dierbaarste\nbetrekkingen, en met tranen in de oogen en knikkende knieën de\nlijkbaar van een veelbelovenden zoon volgend. Het zijn voor de\ngeschiedenis van Frankrijk onverschillige zaken ; de staatsstukken en\nredevoeringen van den minister zullen er ons meer over leeren dan\nzijne vertrouwelijke ontboezemingen over huiselijke en persoonlijke belangen.\nMaar wie wil niet gaarne een blik werpen in het gemoed\nvan mannen, die getoond hebben zoo oneindig veel meer te kunnen\nen te durven doen dan hunne tijdgenooten ? Het huiselijk leven\nvult het staatkundige aan, de mensch verklaart den staatsman.\n\nBIBLIOGKAPHISCH ALBUM. 619\nWie zijn eigen denkbeelden en inzichten onvoorwaardelijk aan zijn\nvolk wil opdringen, wie het wil dwingen het door hem zelf afgebakend\nspoor te volgen, is op den duur als staatsman onbruikbaar. Wie\nslechts opmerkzame oogen heeft voor de richting waarin de heerschende\nraeeningen zijn volk bewegen, en op eiken weg tot leidsman\nwil strekken, zoo hij slechts op volgers kan rekenen, kan\nonder sommige omstandigheden de onmisbare man zijn, maar evenmin\nop een blijvend succes hopen. Tusschen deze twee typen vindt\nieder staatsman zijn plaats. Niet ver van het eerste staat Guizot;\nop grooteren afstand van het tweede zou ik Thiers willen plaatsen.\nWat die beide staatslieden, zoo vaak tegen elkander overgesteld, verdeelde\n, was niet zoozeer het verschil van beginselen, als de uiteenloopende\nopvatting omtrent de waarde van beginselen. Guizot trachtte\nden wil der natie met de kracht zijner beginselen te buigen, zoo het\nkon; te breken, zoo het noodig was. Thiers streefde er naar om\nzijne beginselen zooveel mogelijk in overeenstemming te brengen met\ndien wil. Guizot handelde niet dan na ernstig te hebben nagedacht;\nThiers, niet dan na scherp te hebben waargenomen. Guizot stellen\nwij ons het liefst voor in de eenzaamheid van het minsterieel kabinet,\nmet de hand onder het voorhoofd, peinzend; Thiers zoeken wij\nallereerst onder de bewegelijke groepen eener Pransche Kamer, beurtelings\nluisterend en sprekend, steeds begeerig om het aanrakingspunt\nte vinden tusschen zijne overtuiging en die van anderen. Den laatsten\nstoot voor een beslissing gaf bij den eerste de inkeer tot zichzelf;\nbij den tweede de blik op zijne omgeving. Voor Guizot was die\nomgeving de akker dien hij naar eigen inzicht wilde bewerken.\nVoor Thiers het leger, uit welks handen hij den veldheersstaf kon\nverwerven. Voor den eerste was het de stroom van meeningen en\ndenkbeelden rondom hem, die het meest zijne aandacht trok; voor\nden tweede waren het allereerst de personen zelven. Niets teekent\nhet verschil in beider opvatting en geestesrichting sterker, dan hun\noordeel over de vestiging der republiek in Frankrijk. Beide waren\nmonarchaal gezind, maar Thiers nam de republiek in Frankrijk aan\n"parce qu\'elle divise Ie moins", en Guizot verwierp haar, omdat zij\nmeer dan eenige andere regeeringsvorm gezond verstand en deugd\nvereischt bij de natie, terwijl hij haar zag ontstaan niet "acause du bon\nsens et de la vertu que nous avons, mais a cause du bon sens et\nde la vertu qui nous manquent."\n\n620 BIBLIOGRAPHISCH AI,BUM.\nAl behooren dubbelhartigheid en veinzerij gelukkig niet tot de\nonmisbare eigenschappen van den staatsman, toch eischt het staatkundig\nleven een zekere plooi, die het inwendig leven van den\nstaatsman verborgen houdt. Het publiek beoordeelt de uitkomst,\nzonder het aandeel te kennen, dat geluk en berekening in die\nuitkomst hadden. Het ziet de handelingen, maar kan niet\naltijd nagaan, of een innige overtuiging, een gril, of het blind\nvertrouwen op eigen gelukster, de hand bestuurden. Vandaar dat\nde meeningen over staatslieden zoo- uiteenloopen, zich zoo vaak wijzigen.\nWie kan beslissen of vasthoudendheid aan beginselen uit\neigenliefde, dan wel uit onafhankelijkheid van geest en karakter\nvoortvloeit; of beginselen verzaakt worden uit persoonlijke eerzucht,\nof uit de overtuiging, dat, waai het geldt een volk voor groote onheilen\nte behoeden, ook het zwaarste offer niet mag worden teruggehouden.\nWie zal over de zedelijke waarde van handelingen oordeelen, waar\nde roerselen, waaruit die handelingen voortsproten, met een ondoorzichtharen\nsluier bedekt liggen? De tijdgenooten in het vuur hunner\npolitieke hartstochten, veroordeelen of bewierooken, beschuldigen of\nverontschuldigen; voor de nakomelingschap blijft dikwijls niet anders\nover dan een: "non liquet."\nMevr. de Witt heeft ongetwijfeld dit alles gevoeld en om tot\neen volledig oordeel, zoo mogelijk, in staat te stellen, schreef zij haar\nboek. Zij wilde den maatstaf voor de zedelijke waarde der handelingen\nvan den staatsman, aan het publiek in handen geven. Haar\ngeschrift is niet alleen de hulde eener dochterlijke liefde aan de\nnagedachtenis van een onvergetelijken vader, het is tevens een uiting\nvan plichtgevoel. Zij heeft den mensch geschetst om den staatsman\nbeter te doen uitkomen. Zij heeft ons dat gedeelte van zijn leven\ngetoond, dat niet naar de zijde van het publiek gekeerd was, de\ntooneelen blootgelegd die achter de schermen speelden. Zeker ook\nde huisvader en echtgenoot had, als de staatsman, een vasten wil; hij\nwas niet zwak, niet buigzaam, niet toegevend. Maar hij was het\nniet uit ijdelheid, niet uit ingenomenheid met eigen persoon, niet\nuit zucht om zijne omgeving te beheerschen. Hij was het uit\nkracht van zijne beginselen, vruchten van een zeer ernstige overtuiging\nen levensopvatting. Zal hier de mensch — zooals wij hierboven\nopmerkten — den staatsman niet aanvullen en verklaren?\nBlijkt hier niet uit alles — zoo wij het nog betwijfelden —\n\nBIBLIOGEAPHISCH ALBUM. 621\ndat ook de onverzettelijkheid van den staatsman in de eerste plaats\nuit gehechtheid aan beginselen sproot, dat hij onwrikbaar was,\nniet uit liefde voor zich zelf, maar uit liefde voor zijne overtuiging.\nHet meeste belang boezemt uit den aard der zaak dat gedeelte\nvan Mevr. de Witt\'s geschrift in, dat over de jaren na 1848\nloopt. De Memoires houden met de Eebruaridagen van dat jaar op.\nBenige weken na Guizots val schreef een staatsman, die, meer dan\n\'men oppervlakkig zou oordeelen, trekken met hem gemeen had,\ndat met dien val geen kracht te niet ging die nog kon werken.\nDe waarheid dier uitspraak is door de uitkomst bevestigd. Guizot\nheeft haar zelf gevoeld. In 1849 heeft hij zich nog een oogenblik\ngevleid met den terugkeer op het staatkundig tooneel. Toen die kans\nverdween, heeft hij voor altijd van de werkzame staatkunde afscheid\ngenomen. Het geslacht van staatslieden, dat zich tot lotbeschikkers\nover Frankrijk opwierp, was van een geheel anderen stempel dan\nhij. Het Keizerrijk vroeg niet meer naar beginselen, het verlangde\nslechts bekwame werktuigen om zijne avontuurlijke en onbezonnen\nstaatkunde te dienen. Guizot kon niet anders dan de mannen\nveroordeelen, die zonder vasten wil en zonder vaste denkbeelden\nslechts den stroom volgden. Er is slechts één man in Europa, die\nweet wat hij wil, schreef hij in 1864 aan Barante, het is Bismarck:\n"il est ni sensé ni honnêtye, mais il est quelqu\'un".\nOnwillekeurig komen wij gedurig op den staatsman terug, waar\nMevr. de Witt ons den drempel van het familieleven slechts bij\nuitzondering doet overschrijden. Afgescheiden van het licht over\nGuizot\'s persoonlijkheid als staatsman verspreid , blijft het geschrift\nvan Mevr. de Witt dan ook een belangrijk boek. In de medegedeelde\nbrieven van Guizot bewonderen wij dezelfde helderheid\nvan stijl en juistheid van uitdrukking, die de lezing zijner geschriften\nzoo gemakkelijk en zoo aangenaam maken. Wij vinden\ner oordeelvellingen in, die treffen door hunne juistheid, opmerkingen\ndie ons verrassen. Wanneer hij bijv. na een eerste ontmoeting\nmet de jonge Hertogin van Orleans van haar schrijft: "Elle est\npeut être trop instruite, j\'espère qu\'elle oubliera quelque chose\nde ce qu\'elle a appris dans les livres," dan zou zeker niemand\nraden dat een dergelijke aanmerking van hem afkomstig kon wezen.\nEn evenmin zou men het van zijne vormelijkheid en deftigheid ver\n\n622 BIBLIOGRAPHISCH ALBUM.\nwacht hebben, dat hij, in een oogenblik van afgetrokkenheid, de\nslaapkamer der Koningin van Engeland door zijne tegenwoordigheid\nzou hebben ontheiligd.\nDit laatste avontuur vult een der weinige bladzijden die ons doen\nglimlachen. De grondtoon van het boek, als van den persoon dien\nhet beschrijft, is diepe ernst. Ernst van het gemoed kan dikwijls\nmet luchthartigheid in vormen en uitdrukking gepaard gaan.\nOok in dit opzicht heerschte bij Guizot in alles eenparigheid. Zijne\nlevensopvatting was even ernstig als zijn woord. Het was wellicht\ndie volkomen ernst, die er het meest toe heeft bijgedragen om\nhem in Frankrijk zoo impopulair te maken. Voor de Frauschen\nzal hij wel altijd blijven, zooals hij het zelf uitdrukte: "ce personnage\ntragique, solitaire, tendu, qui finira par devenir une espèce de légende."\nLaten wij intusschen zijne dochter dankbaar zijn voor den lichtstraal\ndien zij op die ernstige figuur van haren vader heeft laten vallen.”\n\n(credits:De Digitale Gids, www.arik.nl (non-OCRed scans of original pages))']
In this reception

No persons found

Via received works
Monsieur Guizot : dans sa famille et avec ses amis, 1787-1894 Henriette de Witt , née Guizot