Notes |
['in art. "Boeken der vorige maand"\n\n[p.198]\n"Onder de boeken, die de vorige maand ons werden toegezonden,\nstaan, wat getalsterkte betreft, de romantische werken bovenaan; en\nonder deze — behoeft het gezegd te worden ? — is het aantal vertaalde\nromans verreweg bet grootste.\nNiets is billijker, dan dat wij in de eerste plaats de aandacht\nvestigen op een oorspronkelijk werk van een onzer vrouwelijke landgenooten.\nIn de latere jaren moge ten onzent het aantal dames, die af\nen toe de pen ter hand nemen, voortdurend zijn geklommen — wat\nzij ons schonken, was meestal niet van dien aard, dat zij in ons\ngeheugen den naam der schrijfster uitwischten, die een acht- of negental\njaren geleden in haar Lief en leed uit een kleine wereld ons\neen zoo frisch, zoo opwekkend, zoo Hollandsen boek gegeven heeft.\nChristine Muller biedt ons thans eenen nieuwen roman aan, Wilmerdonck\ngeheeten, die in twee deelen bij P. N. van Kampen en Zn.\nte Amsterdam in het licht verschenen is. Wij zouden èn der talentvolle\nschrijfster, èn den velen lezers, die wij haar boek toewenschen,\nonrecht doen, indien we in enkele zinnen — en dus slechts ten\ndeele juist — den inhoud trachtten weer te geven. We deelen\nenkel mede, dat "Wilmerdonck", de naam is van het kasteel, waar\nin hoofdzaak de gebeurtenissen plaats grijpen, welke Christine Muller\nons met zooveel talent verhaalt, en dat een motto aan Friedrich\nSchleiermacher ontleend — "Eerbiedig den aard en de vrijheid uwer\nkinderen, opdat het hun welga en hun bestaan op aarde van kracht\ngetuige" — de strekking van dit geschrift aanduidt. Tot karakteristiek\nvan dezen roman, waarin Hermine Frei ons hare levenservaringen\nvertelt, ontleenen wij aan de "Inleiding" het volgende:\n" Hermine Frei is de eenige onvoorwaardelijke heldin der geschiedenis,\ndie ik u vertellen ga. Heldin? — ja, maar alleen uit\nkracht der gewoonte, welke die benaming aan de hoofdpersonen\nonzer verhalen heeft gegeven; in andere opzichten toch zult ge weinig\nin mijne geschiedenis ontmoeten, dat mij dien naam waardig zou kunnen\nmaken, en ik waarschuw u bij dezen, dat ge u teleurgesteld vinden\n\nDE BOEKEN DER VORIGE MAAND. 199\nzult, indien ge het verwacht. Tusschen ons gezegd en gebleven, vrees\nik zelfe wel eenigszins dat ge het eene vrij alledaagsche geschiedenis\nzult vinden, daar het geheele veel gezochte arsenaal van roof en\nmoord, van misverstanden en verdwenen testamenten, van vondelingen\nen rechtsgedingen er ongeopend bij zal blijven.\n"Ik heb u ook geen enkelen man met twee vrouwen, of vrouw\nmet twee mannen aan te bieden — die interessante bigamiegeschiedenissen,\nwaaraan de Engelsche literatuur ons eenmaal zoo heeft verwend.\nEn heb ik al een adellijk kasteel, ik kan er geen volmaakten\ngouverneur als held der geschiedenis naar toe brengen, en zelfs dat\nstokpaadje onzer Duitsche broeders moet ik onbereden voorbij laten gaan.\n"Kon ik u ten minste nu met eene volmaakte heldin verblijden,\nmaar helaas, lieve lezer! ge zult zelf zien hoeveel er innerlijk aan\nhaar ontbreekt, terwijl ik van haar uiterlijk, nu ik zelve de vertellende\nben, op, zijn hoogst één enkelen keer kan spreken . . .\n"Maar halt! neen zoo is mijne bedoeling toch eigenlijk niet.\n"Ik wil u van mij zelve vertellen, alsof Hermine Prei eene vreemde\nware. Als van een vreemde wil ik haar deugden en gebreken,\nhaar wenschen en willen, haar streven en tekortkomen vermelden,\nen wel zoo als dat alles mij tot een helder begrip is geworden,\ndoor het licht van het oordeel eens rijperen leeftijds beschenen.\n"Waarom ik \'t u vertellen wil?\n"Ik weet het nauwelijks.\n"Wijzer zal mijne geschiedenis u niet maken en bepaald beter\nmisschien ook niet.\n"Toch acht ik haar niet nutteloos verteld, wanneer ze u tot aangename\nuitspanning in een ledig uurtje wordt en, kan het zijn, onderwijl\nnu en dan op een gevoelige snaar van uw gemoedsleven tokkelt\nen daar een zachten toon doet trillen, die van veredeling en volmaking\nspreekt."\nNiemand zal, dunkt ons, de bescheidenheid misprijzen, waarmede\nChristine Muller in deze "Inleiding" van haar werk spreekt. Men\nheeft ons niet verwend op dit stuk en vandaar dat juist deze eenvoudigheid\nte dieper indruk op ons maakt. Doch de eerlijkheid\ndwingt ons te betuigen dat Wümerdonck hooger waarde heeft dan\nde schrijfster daaraan meent te mogen toekennen. Wat ons niet\nboven bedenking verheven schijnt, houden wij voor het oogenblik\nachterwege, om met warmte dezen oorspronkelijken roman eener zeer\nbegaafde landgenoote aan aller belangstelling aan te bevelen. Onder\nde romantische lectuur — vertaalde en onvertaalde — die ons de\nvorige maand werd toegezonden, staat zonder twijfel de Wilmerdonck\nvan Christine Muller bovenaan."\n\n(credits:De Digitale Gids, www.arik.nl (non-OCRed scans of original pages))']
|