*Art. in De Gids ARTICLE

Title *Art. in De Gids
Is same as work *Art. in De Gids
Author Unknown journalist (to be identified)
Reference
Place
Date 1872
Quotation
Type ARTICLE
VIAF
Notes ['Journalist: C.M.\n\n[p.575]\n“Fulko Barham, de waarachtige Edelman, Een roman\nuit het kerkelijk leven, van Engeland, door de schrijfster\nvan Rachel\'s geheim. Met een woord vooraf door J. ten\nBrink, \'s Oravenhage, Thierry en Mensing. 1871. 2\ndeelen.\n\nIn een deftig donker grijs omhulsel, komt dit werk met den\nvrij omslachtigen titel tot u en zou misschien op zijn uiterlijk af\ngeen lezers lokken, indien Dr. Jan ten Brink niet met een woord\nvooraf, op den meer dan alledaagsohen inhoud opmerkzaam maakte.\nDeze voorrede echter reikt het boek als \'t ware met een soort\nvan uitdaging aan den recensent over.\nAls Dr. ten Brink u zegt, dat het een werk van blijvende letterkundige\nwaarde is, als hij u daarenboven vertelt dat het meest\nkritische van alle Engelsche tijdschriften, "the Athenaeum", .er met\ngrooten lof. van gewaagde, en als hij ten slotte der verdienstelijke\nvertaalster zijne hulde aanbiedt, dan zou er wel een zekere voorraad\nmoed noodig wezen, om zijne opinie tegenover die beide uitspraken\nte stellen.\nIk acht mij ten minste gelukkig ze binnen zekere grenzen te\nkunnen onderteekenen, overtuigd als ik ben dat de kennismakipg\nmet Fulko Barham niemand zal berouwen en deze schildering van\necht Engelsche toestanden in dit leven der. kathedraalstad bijna\nieder zal boeien zooals het mij geboeid heeft.\nEeeds in het vreemde der toestanden is eene zekere aantrekkelijkheid\ngelegen.\n• Klinkt bijv. de vermelding van de vrouw en dochters van den\n\n576 BIBLIOGRAPHISGH ALBUM.\nbisschop voor Hollandsche ooren al eenigszins vreemd , Hollandsihe\noogen kijken verbaasd, wanneer ze de hooge geestelijkheid op sen\nbal ontmoeten en de jonge geestelijken aan den dans zien deel\nnemen\nMaar ook de roman op zich zelf genomen is boeiend en interessant.\nNatuurlijke, mogelijke toestanden, ten minste niet minder\nmogelijk en natuurlijk dan men ze in de meeste romans en sorm\nin het werkelijke leven aantreft. — Hiervan zonder ik echter uit\neene navolging en herhaling van de bekende mystieke Kochester\n— Jane Eyre-scène, als Jocelyne Mayburn\'s noodkreet op onmogelijken\nafstand tot Fulko\'s gehoor doordringt. Ook de handelende\npersonen zijn voor het meerendeel goed volgehouden typen; de\nintrigue boeiend zonder overspanning, met eene geleidelijke ontknooping\nlangs den rechten middenweg tusschen langdradigheid en\noverhaasting — het geheel beschreven met eene levendigheid van\nvoorstelling, die de pen bijna tot teekenstift maakt.\nAls ge het boek ter zijde legt, blijft er een indruk bij u achter .\nalsof ge dien ouden grijzen dom door het maanlicht beschenen\nhebt gezien, alsof ge in persoon meer dan eens door die kathedraalwijk\nhebt gewandeld, alsof ge die klokken van den dom hebt\nhooren luiden, vroolijk en jubelend over het kerstfeest en de huwelijksplechtigheid,\nstatig en somber ter ure van den dood, in\nharmonisch duet met het kleine klokje uit het gesticht der grijze\nzusters.\nOok de natuurschilderingen, die zonder eentonigheid zoo aanhoudend\nterugkomen, zijn aanschouwelijk en vol poëzie -— de door het\nverhaal schitterende zilverdraad waar Dr. ten Brink ons opmerkzaam\nop maakt en die ook werkelijk eene eigenaardige bekoorlijkheid\naan het boek verleent.\nMaar verwend als wij worden door dat poëtische waas dat over\nhet geheel ligt uitgebreid, gevoelen wij het als eene stuitende tegenstelling,\nwanneer de begaafde schrijfster zich hier^en daar in\nongelooflijk platte vergelijkingen vergeet.\nZoo lezen wij dat Mrs. Slydersly een gezicht trok, alsof hij veroordeeld\nwas geweest tot een onverwacht vis-a-vis met iemand die\npas "uien gegeten had!"\nVan diezelfde dame hooren wij dat zij zoo vloeiend verhaalde\n"dat het was alsof men blanc-manger of slade, of aarbeziënroom\n\nBIBLIOGKAPBISCH ALBUM. 577\nof eene dier zoetigheden gebruikte die als het ware in den mond\nsmelten." Ook worden wij ergens onthaald op "geconfijte perzikken\ndie in een zee van stroop zwemmen."\nMaar ik moet rechtvaardig wezen en erkennen dat deze kleine\nvlekjes aan den indruk van het schoone geheel geen afbreuk doen,\nwanneer wij het boek hebben doorgelezen. En met een soort van\nschuwen eerbied, kijken wij nog eens om naar Fulko Barham,\ndien chevalier sans peur et sans reproche, op wien wij alleen de aanmerking\nkunnen maken, dat er geen aanmerking op hem te maken\nis. Eerlijk gezegd, \'t zou ons soms goed gedaan hebben, een klein\nfoutje, of al was \'t maar eene geringe zwakheid, in vriend Fulko\nte ontdekken.\nAan diezelfde overvolmaaktheid is ook Joceiyne Mayburn lijdende.\nAls wij nu echter eenmaal de onvolmaaktheid der menschelijke natuur\nals een feit aannemen, dan zou in de schets van zulke edele\nkarakters als die van Fulko en Joceiyne, een weinig aangebrachte\nschaduw slechts gediend hebben om het licht zooveel te sterker\nte doen uitkomen — niet om dat licht te verduisteren.\nIk stel mij dan ook voor dat een soort van verbijsterde bewondering\nvoor zooveel volmaaktheid, er de vertaalster toe gebracht heeft\nFulko Barham tot een \'\'waarachtig edelman" te promoveeren, hoewel\nmijns inziens de schrijfster met haar "Nature\'s nobleman" op\neen zielenadel zinspeelde, die deze (voor \'t overige ook zeer weinig\nwelluidende) vertaling tot een misgreep maakt.\nOver \'t geheel (Dr. Jan ten Brink houde het mij ten goede)\nkomt de vertaling mij, hoewel verdienstelijk, niet geheel onberispelijk\nvoor, niet altijd juist, niet altijd vloeiend. — Zoo vinden\nwij ergens in 12 regels driemaal het woord stevig, en wel als bijvoegelijk\nnaamwoord, voor drie zeer verschillende voorwerpen, namelijk\n: een handdruk, zilverwerk en een keukenmeid!\nIk weet niet of de schrijfster van Kachels geheim in Engeland\nof in ons land tot dus verre bekend is geweest, maar wel dat zij\ndoor haar Fulko Barham het verdient te zijn en er ook zonder\ntwijfel door bekend en gezocht zal worden.”\n\n(credits:De Digitale Gids, www.arik.nl (non-OCRed scans of original pages))']
comments on work Nature’s Nobleman
In this reception

No persons found

Via received works
Nature’s Nobleman Eliza Tabor