Notes |
['[....] Wij hebben, zeker, sinds eenigen tijd geene nieuwe Engelsche (want, schoon het er niet voor staat, het werk is eene vertaling) romans gehad; en de kost dezer natie valt, over het geheel, wat zwaarder, dan die onzer linksche en regtsche vastelandsgeburen. Doch wij hopen, dat de geurige geregten der vroegere schrijvers van echt Britsche luim en scherpzinnigheid door Duitsche vliegop en Fransche ragouts nog niet zoo geheel uit het geheugen zullen verdrongen zijn, of men is wel begeerig naar een nieuw proefje. De naam der dame schrijfster is, zelfs onder ons, niet geheel onbekend meer, daar ten minste in ons Mengelwerk eenige van hare schetsjes uit de fatsoenlijke wereld zijn medegedeeld. (p. 226)\n`Zelve van rang zijnde, schijnt zij doorgaans de groote wereld, althans den hoogeren stand, tot de stoffe en het tooneel harer schilderijen gekozen te hebben. Dit is mede het geval in het stuk voorhanden waarin het opgegeven onderwerp [...] protectie, beschermheerschap enz. genoemd wordt...\' (Ibid.)\n[...] maken ook het geheel dubbel leerzaam. Hier hooren wij gesprekken, grondbeginselen en gevoelens, bij allerlei belangrijke gelegenheden, die onze geheele aandacht verdienen. Daar zien wij tooneelen, die ons doen meesmuilen en te gelijk zuchten. "Zoo gaat het, helaas!" "Zulk eene jammerlijke vertooning maakt het menschdom dikwijls, zelfs in de hoogste standen en de gewigtigste betrekkingen." Alles draagt zekerlijk een Engelsch kostuum. (Waar de schrijfster, en passant, Hollanders heeft willen teekenen, daar mist zij juist in dit opzigt geheel, in het karakter misschien niet. Immers, wie hoorde ooit, dat alle gezamenlijk geinteresseerden in een groot Amsterdamsch handelhuis te gelijk in eene reis begrepen waren, en als een marskramer de gehaalde waar volgde?) Doch, het is op zichzelve niet onbelangrijk, dit bijzondere Engelsche te leeren kennen. En, de mensch is altijd mensch -- de Engelschman is dit zelfs meer dan andere onbeduidender natien, zoo wel in het goede en groote, als in het kwade en dolzinnige. Schoon het stuk inderdaad somtijds in meer bijzonderheden gaat, dan juist allen even zeer zal bevallen, is de algeheele inrigting zeer uitlokkend, daar het als eene aaneenschakeling van tafereelen oplevert, telkens van tooneel verandert, dikwijls verrast, en over het geheel zeer levendig is. [...] (227)\n[Also in WvdB data. AvB, march 2008]']
|