*Art. in Vaderlandsche Letteroefeningen ARTICLE

Title *Art. in Vaderlandsche Letteroefeningen
Is same as work *Art. in Vaderlandsche Letteroefeningen
Author Unknown journalist (to be identified)
Reference
Place
Date 1762
Quotation
Type ARTICLE
VIAF
Notes ["Positive article, large quotations:\n\n[p. 697]\nHet nut der Tegenspoeden, Brieven, en andere Gedichten van Lucretia Wilhelmina van Merken. Te Amsterdam, by Pieter Meyer. MDCCLXII. Behalve de Opdragt 344. bladzyden in quarto.\n\nDe zoetvloeijende Dichteres, Mejuffr. van Merken, die niet minder dan Mejuffr. de Neufville het oor van kundige beminnaaren der Poëzye kan streelen, verleent, in deeze verzameling van Dichtstukken, aan 't gemeen een nieuw bewys van haare aanvallige bekwaamheden : nadien eene welgeregelde verbeeldingskragt en bondig oordeel alomme doorstraalen in haare zagtrollende verzen, die, in een zuiveren styl, naar den aart der zaaken, geschikt, meerendeels strekken om denkbeelden van Eer en Deugd in te boezemen.\nDeeze Verzameling heeft aan 't hoofd drie doorwrogte Zangen over het nut der Tegenspoeden; waar van onze Dichteres met te meerder nadruk kan zingen, voor zo ver zy zelve in de Schoole der Tegenspoeden geoefend is , van waar men ook in dit stuk by uitneemendheïd het hart hoort spreeken.\nMet den aanvang in 't algemeen aangemerkt hebbende dat de tegenspoeden niet toe te schryven zyn aan een los geval, maar ons treffen onder 't bestuur van Gods liefderyke hand; dat het geluk best gekend wordt naa 't ondergaan van rampen, en dat tegenheden ons hoeden voor veele verleidingen ; brengt ze ons het volgende voorstel voor den geest.\n\nEen ongelukkig mensch, zo hem de wereld noemt, \nWanneer zyn eigen hart hem niet in 't heimlyk doemt, \nAl treurt hy om zyn Lot, al zwemt zyn oog in traanen, \nIs zo rampzalig niet als zyne vrienden waanen; \nSchoon Rykdom , Aanzien, Rust, Gezondheid of Gemak \nGeen schuilplaats zoeken in de schaduw van zyn dak, \nEn de aardsche Zalighêen, in weerwil van zyn poogen\nOp arends vleugelen weg vliegen uit zyne oogen.\n\nDe waarheid van dit voorstel wordt in den eersten Zang breedvoerig aangetoond, zo uit kragt der overweeginge der zwaarigheden waar aan een hooger staat onderhevig is, en daar een laager stand ons van bevrydt, als uit het bezef dat de tegenheden haare nuttigheid hebben,in 't beteugelen onzer driften, in 't afwenden van zondige aanlokselen in 't \n\n[p. 698]\nversterken der Deugd, en 't verheffen onzer gedagten ter waare gelukzaligheid; des men wel moge zeggen:\n\nEen ziel, wier hoop niet rust op 't wisselvallig Leven, \nDie 't weezendlyk geluk kan scheiden van den schyn, \nDie 't beste deel verkiest kan niet rampzalig zyn; \nZy ziet, bedaard, het rad der ondermaansche dingen\nZich wentlen om den spil der standverwisselingen;\nEn lyd zy door dien zwaai, hoe zwaar dat lyden zy,\nDe welgegronde hoop blyft baar standvastig by,\nDat geen geweld , geen straf, geen treffende ongelukken,\nDe Deugd, die in haar woont, zal uit haar' zetel rukken.\n\nDe tweede Zang ontleent eene kragtige troostrede uit (...)\n\nDit 's gewis\nDat een betrouwend hart niet ongelukkig is.\nWat schaên gevangenis en ballingschap en pynen,\nZo God, die alles ziet, blyft zorgen voor de zynen;\nZo alles medewerkt lot welstand en geluk\nVan hem, die op Gods hulp vertrouwt in zynen druk?\nHy weet alléén het heil dat we uit de rampen trekken,\nHoe sterk de tegenspoed de deugden op kan wekken:\nHet veege krankbed word door wellust niet besrnet.\nDe felle pynen zyn de voedsters van 't gebed.\nVerlies van roem doet ons naar hemelglori trachten. Verachting leert ons 't aardsche om beter goed verachten. De kwynende Armoe vind, in haar' benaauwden staat,\nEen ryken schat by God, der armen toeverlaat.\nZyne onvermoeide zorg , die voor ons heil blyft waaken, \nZal, keurt zy 't goed , een einde aan onze rampen maaken; En acht haar wysheid best , dat ons geen zachter lot Bejegen' op deeze aard', wie stelt zich tegen God ?\n\nHier benevens wil onze Dichteres dat deugdzaame elen-\n\n[p. 699]\ndigen zullen overweegen, hoe veel gelukkiger zy zyn dan de geenen, die door hun eigen schuld in tegenheid vervallen, en deswegens met wroeging aangedaan zyn: midsgaders hoe de hulp van goede vrienden met raad en daad, als ook het leezen van goede boeken hun ten troost verstrekken.\nIn den derden Zang eindelyk versterkt zy al het gezegde door de denkbeelden der Evangelieleere, en moedigt den lydenden aan, om de rampspoed met geduld te verdraagen. als een middel, waar door God ons op den weg der Deugd houdt, om ons ter zaligheid te leiden: hier toe maakt ze gebruik van 't lyden van Jesus Christus, en de verzekerde verwagting eener eeuwige zaligheid, die haar noopt om uit te roepen,\n\nO Heilryke eeuwigheid, die nimmer einde kent!\nHoe kort is 't leven en hoe ligt de zwaarste elend'\n(...)\n\nOp deeze zangen volgen eenige brieven die aanmerkenswaardige lotgevallen van zommige voornaame Persoonaadjen behelzen, en hunne gemoedsaandoening by die gelegenheid in eigenaartigen nadruk voorstellen : Schryvende Charlolte van Bourbon aan Willem den Eersten, Prins van Oranje; Maria de Medicis aan haaren Zoon, Lodewyk den Dertienden; Louize de Coligny aan haaren Zoon, Fredrik Henrik; Johanna Gray aan Maria van Richmond; Leise aan zynen Vader, Erik, eersten Bevolker van Groenland;\n\n(...)\n\n\n\nsvd"]
In this reception

No persons found

Via received works
Het nut der tegenspoeden, brieven en andere gedichten Louise de Coligny , Merken, Lucretia Wilhelmina van