*Art. in Vaderlandsche Letteroefeningen ARTICLE

Title *Art. in Vaderlandsche Letteroefeningen
Is same as work *Art. in Vaderlandsche Letteroefeningen
Author Unknown journalist (to be identified)
Reference
Place
Date 1808
Quotation
Type ARTICLE
VIAF
Notes ["First paragraph:\r\nTot ons leedwezen zijn wij met deze jonge Dames [cf. pseudonym used by the author] juist niet op den besten voet. Wij vonden in den eersten bundel, bij het menigvuldige goede, het een en ander, - hoe zullen wij het noemen? - zoo bij uitstekendheid kinderachtig en laf, dat het ons van harentwege leed deed, en wij ons van wege die meisjes schaamden voor het geëerd Publiek, en vonden daarbij hier en daar, in het Voorberigt vooral, zulk een' toon, zulk een zelfgevoel, dat wij waarlijk vreesden, dat deze Juffertjes, zoo haar dit niet bij tijds en een weinig voelbaar wierd onder het oog gebragt, bij al hare liefhebberij en goeden aanleg, welligt konden opgroeijen tot ondragelijk halfgeleerde nufjes, vol aanmatiging, en alzoo voorwerpen van welverdienden spot. Wij kozen tot dat einde boert en scherts, zoo wij meenden en nog meenen in den meest beschaafden toon. Meer dan eens hadden wij opgemerkt, dat zoo iets voortreffelijk werkte bij een verstandig, wel opgevoed en door vleijerij nog niet bedorven meisje, waarvoor een wenk genoeg was, en ontvingen naderhand de ondubbelzinnigste bewijzen van erkentenis. Doch nu bedrogen wij ons; in zoo verre althans hadden wij, naar het schijnt, met zeer alledaagsche, zeer gewone meisjes te doen, dat zij doof zijn voor, en zich beleedigd rekenen door iedere berisping, en als men niet aan alles, ook aan hetgeen leelijk staat, naar ligchaam en geest denkelijk, (zoo zijn gewone meisjes!) den lof en wierook van laffe vleijerij toezwaait, in hare oogen te kort schiet aan de verschuldigde eguards voor hare Sexe. Dit smart ons; maar aan den anderen kant verblijden wij ons wederom, dat in één opzigt onze wenk niet geheel en al verloren was; zij erkennen, dat zij (vergeeft ons, lieve Dames! dit misschien wat harde woord) zich verstout hadden, lettervruchtjens van haren eersten tijd, toen zij de kinderschoenen pas hadden uitgetrokken, te plaatsen in het eerste Deel, en dragen daarvoor nu betere zorge; en wij erkennen, het zou onbescheidene vitlust ten aanzien van jonge Meisjes zijn, zoo wij in dit opzigt hier nu wederom wilden berispen. De Dichtstukjes zijn oneindig beter, ook in het min kundig oog, en wij mogen in het vervolg het uitmuntend goede met vertrouwen verwachten. Deze onze getuigenis doet bij de Dames waarschijnlijk weinig af; zij twijfelen toch, of wij met kunstkunde begaafd zijn. Zij zullen dus op dezen lof niet trotsch worden. \r\nsvdfeb10"]
In this reception

No persons found

Via received works
Verhalen, vertelsels, geschiedenissen, echte anecdotes, zedespreuken en gedichten Barend Fremery