| Notes |
["HOoms (codes)\n\n(als via scriptie Francien Petiet, UvA, 2002 – jws 11 05)\n\n[p. 256]\n“Mejonkvrouwe de Mauléon, door A. L.. G. Touisamt. In 12°.\n's Gravenhage, K. Fuhri, 1848.\n\nSlechts een enkel woord, maar een woord van schier ongedeelden lof en toejuiching\nvoor de jongste vrucht van het talent onzer onvermoeide romancière XEX,\nEene historische anecdote, door Voltaire bewaard, volgens welke eene verloving,\ndoor Bossuet in zijne vroegste jeugd aangegaan, later op aandrang\nzijner vrienden, met toestemming der verloofde, zou vernietigd zijn geworden,\nom zoo groote gaven voor de kerk te bewaren, maar die desniettemin den\ngrondslag tot eene innige en levenslange vriendschapsbetrekking gelegd zoude\nhebben, heeft de stoffe geleverd, waarvan de begaafde schrijfster schitterend\npartij heeft weten te trekken. Wilden wij in details treden, wij zouden, schoon\nhet haar vergevende, dat de figuur van Bossuet eenigzins aan de hoofdper*\nsone is opgeofferd en tegenover deze zwak en weifelend schijnt, misschien\neenige bedenkingen wagen tegen de onwaarschijnlijkheden, die ons in de episode\nvan Louïze en Lord Heury stuitten; wij zouden daarentegen gaarne\nhulde doen aan de dialectische vaardigheid en scherpzinnigheid, welke in de\nteekening van den abt de Navarrois doorblinkt. Bovenal echter zouden wij\nonze bewondering wensehen uit te spreken en te motiveren voor de voortreffelijke\nteekening van het karakter der jonkvrouwe, welker naam het\nboek draagt, — een boek dat onze aanbeveling waarlijk niet behoeft, om\ntalrijke lezers en toejuiching te vinden!”\n\n(credits:De Digitale Gids, www.arik.nl (non-OCRed scans of original pages))"]
|