J.H.C. Heyse, *Art. in De Gids ARTICLE

Title J.H.C. Heyse, *Art. in De Gids
Is same as work J.H.C. Heyse, *Art. in De Gids
Author Johan Hermann Christian Heyse
Reference
Place
Date 1876
Quotation
Type ARTICLE
VIAF
Notes ['[p.187]\n"Gevaarlijke Geheimen. Een Verhaal naar het Engelsch\nvan Morence Marryat, schrijfster van "Haar Heer en\nMeester" enz., 2 dln. Amsterdam, P. N. v. Kampen $ Zoon.\n\nEen jeugdig Engelsch student, de tweede zoon van een oud adellijk\ngeslacht, heeft zich door de lieve oogen van een buffet-juffrouw\nlaten verleiden een onberaden huwelijk met haar te sluiten en\ndezen stap voor iedereen, zelfs voor zijne intieme vrienden, geheim\ngehouden. Als de verliefde bui voorbij is en hij al de moeielijkheden\nvan zijnen toestand overziet, laat hij zich tegenover\nzijne lotgenoote in bittere bewoordingen uit. Deze besluit daarop\nharen echtgenoot te verlaten en hem zoodoende uit zijne drukkende\npositie te verlossen. Daar zij haar verblijf zorgvuldig geheim houdt\nen zijn waren naam niet kent, zijn zij spoorloos voor elkander\nverdwenen, ook dan zelfs als de eene den ander om zeer geldige\nredenen wenscht op te zoeken.\nToen nu de jeugdige man zijne studiƫn volbracht had en in zijn\neigen kring eene vrouw leerde kennen, die hem degelijke liefde inboezemde,\nwas zijn nog altoos niet ontbonden huwelijk een geduchte\nbelemmering voor zijn volgend levensgeluk. Bij voldoende zelfbeheersching\naan zijne zijde zou het aantal slachtoffers zijner jeugdige\nonbezonnenheid niet zijn vermeerderd geworden; maar daar hij in\neen opgewonden oogenblik zich onvoorzichtig uitliet tegenover \'t\nvoorwerp zijner aanbidding, en kort daarop gedwongen werd zich\nterug te trekken, laadde hij nieuwe schuld op zich, door een tweede\nslachtoffer te maken. Hij kon zich bij die gelegenheid zelfs niet\nvrijwaren voor den schijn, een onedele rol te hebben gespeeld, omdat\nhij zijn huwelijk voor iedereen geheim hield en zijn gedrag op\ndie wijze niet te verklaren was. Het meisje, dat bij deze laatste\ngelegenheid zich door hem bedrogen waant en voortdurend hem des\nondanks blijft liefhebben, huwt eenigen tijd daarna met een man,\ndie, wat leeftijd betreft, haar vader kon wezen, alleenlijk om uit\nallerlei onaangenaamheden verlost te worden.\nDoor een toevalligen samenloop van omstandigheden neemt zij het\nkind van haren vroegeren minnaar, van welks bestaan hij zelf onkundig\nwas, als pleegzoon tot zich en ontmoet daarna dien minnaar\nals vriend van haren echtgenoot in haar eigen huis. Uit een en\n\n188 BIBLIOGKAPHISCH ALBUM.\nander ontstaat een reeks van noodlottige verwikkelingen, die zich\nechter tot geluk van beide partijen zoo ontspinnen, dat zij ten slotte\nelkander kunnen loebehooren, daar-beider vorig huwelijk ter rechter\ntijd door den dood wordt ontbonden.\nZiedaar een vluchtige schets van den roman van Florence\nMarryat, waarvan ons onder den boven aangegeven titel eene hollandsche\nvertaling wordt aangeboden. Wanneer ik mededeel, dat\nook in \'t verleden van den eersten man der heldin des verhaals\neen geheim ligt, hetwelk hij zorgvuldig voor haar verborgen houdt;\ndat zij zelve wederkeerig aan hem niet openbaart hare bekendheid\nmet den vriend, dien hij tot haar brengt, dan zullen de gewone\nromanlezers, belust als zij zijn op een net van intrigues, al aanstonds\nbegrijpen, dat het boek van hunne gading is. Ook al zijn\nde geheimen, die in dit boek zoo vaak voorkomen, voor de lezers\ngeene verborgenheden, de weg, waarlangs de twee gelieven eindelijk\ntot elkander komen, is een mysterie voor hen. Dit mysterie nu\nzal stellig voldoende zijn, om de aandacht gespannen te houden,\nte meer omdat de reeks verwikkelingen nog grooter is dan mijne\nschets en daaraan toegevoegde medeeling zou doen vermoeden. Zelfs\nhij die de liefelijke gewoonte heeft, om. aanstonds het einde op te\nslaan, ten einde te zien hoe het afloopt, zal zijne nieuwsgierigheid\nniet zoo bevredigd vinden, dat hij het boek verder ongelezen kan\nlaten.\nNa deze mededeeling zal men begrijpen, dat ik geen bijzonder\nhooge waarde aan dit boek toeken, maar men zou verkeerd\ndoen, daaraan onmiddellijk de gedachte vast te knoopen, dat "Gevaarlijke\nGeheimen" tot de klasse der romans behoort, die buiten\nden kring der gewone romanlezers maar liefst ongelezen moeten\nblijven. Ware het zoo, ik had van dit boek niet gerept en het\nstellig onbesproken gelaten. Het behoort nu eenmaal niet tot mijne\nliefhebberij, een aankondiging te geven, die niets dan afkeuring\nbehelst, tenzij in zeer bijzondere gevallen. Behalve die eigenschappen\nwelke het hier bedoelde boek aantrekkelijk maken voor den zoo even\naangegeven kring van lezers, heeft het nog andere, in mijn oog meer\nverdienstelijke kenmerken. Op \'t voetspoor van de meeste romanschrijvers\nen schrijfsters bij haar te lande, heeft Florence Marryat\ngetracht de personen niet alleen te teekenen in hun uitwendig zijn\nmaar ook in hun innerlijk wezen. Naast de opsomming der lotge\n\nBIBLIOGKAPHISCH ALBUM. 189\nvallen van hare helden en heldinnen geeft zij ons nog iets meer:\nzij poogt ons in de gelegenheid te stellen bekend te worden met\nhunne zedelijk roerselen, met de drijfveeren van hun doen en\nlaten. Zij moge in die karakterteekening niet altoos geslaagd zijn,\nontkend mag daarom niet worden, dat zij ten minste eenige schreden\nop den goeden weg gezet heeft. Met name zijn sommige figuren,\ndie een ondergeschikte rol in hare geschiedenis spelen en dan ook\nmaar vluchtig geteekend werden, als uit \'t leven gegrepen en met\ngroote juistheid naar de natuur geschetst. Zoo o. a. de arbeider\nJoel en zijne moeder vrouw Cray, wier optreden bij enkele gelegenheden\nons doet bejammeren, dat wij niet iets meer van\nhen zien. In nog hoogere mate is dit van toepassing op Myra\nCray, de ongelukkige echtgenoote, die zulk een belangrijken invloed\nheeft op het lot van den held der geschiedenis. Uit dien hoofde\nen ook om het diep gevoel, dat uit enkele harer handelingen spreekt,\nwekt zij zooveel belangstelling bij den lezer, dat hij gaarne meer\nvan haar zou vernemen, en niet begrijpt wat de schrijfster bewoog,\ndeze schets zoo onafgewerkt te laten. Misschien lag er in den\naanleg iets, dat bij consequente uitwerking te veel licht zou doen\nvallen op deze verschijning ten koste van de heldin. En de schrijfster\nkan ons tegemoet voeren, dat wij het recht niet hebben, hare rekening\nop te maken. Het zij zoo, maar ook om haar zelve hadden\nwij gewenscht, dat zij van dezen gelukkigen greep meer partij getrokken\nhad. De weinige zorg, die de auteur aan de in haar oog\nondergeschikte schepping besteedde, heeft toch niet kunnen verhinderen,\ndat deze belangstelling inboezemt om haar zelve, terwijl de\nbevoorrechte heldin allermeest door hare lotgevallen onze aandacht\ntrekt. Dezelfde opmerking geldt omtrent twee andere personen:\nden minnaar der heldin en haren eersten echtgenoot. De laatste\nbekleedt eene ondergeschikte plaats in de geschiedenis, en wekt\ntoch als zoodanig meer belangstelling bij ons op, dan de eigenlijke\nheld des verhaals. Is dit onwillekeurig of ligt de oorzaak\nwellicht daarin, dat Florence Marryat meer talent heeft voor schetsen\ndan voor afgewerkte schilderijen? Ik zou geneigd zijn, het laatste\nte denken, omdat ook bij de beschrijving van toestanden en gebeurtenissen\nde vluchtige schetsen het meest geslaagd zijn. Summa\nsummarum, al is deze roman ook geen groot kunstwerk, hij kan\ntoch gerangschikt worden onder de niet onverdienstelijke boeken op\n\n190 BIBLIOGRAPHISCH ALBUM.\ndit gebied. De schrijfster geeft in haar slotwoord op, wat naar\nhare bedoeling de moraal der vertelling was. Indien dit slot meer\ndan eene phrase is, indien zij werkelijk voortdurend dit doel voor\noogen had, dan heeft zij zelve een vonnis over haar boek geveld.\nwant niemand dan zij kan die bedoeling daaruit opmaken. Intusschen\nis dit haar zaak: een kunstwerk en een zedelijk betoog zijn twee\ndingen, die niet onafscheidelijk verbonden behoeven te wezen. Ik\ndenk, dat Florence Marryat zulks ook wel weet en erkent; maar zij\nmoest een gepast einde zoeken, en gebruikte daarvoor die slotphrase.\nDe engelsche roman is getiteld: "No Intention". Wat de vertaler\nof vertaalster tot den aangegeven hollandschen titel bracht, is uit den\ninhoud wel af te leiden; maar die titel is daarmede niet gerechtvaardigd,\nte minder omdat, zooals ik boven zeide, de geheimen voor\nden lezer eigenlijk niet bestaan. Voor het overige is de bewerking\ngoed en de uitvoering in overeenstemming daarmede."\n\n(credits:De Digitale Gids, www.arik.nl (non-OCRed scans of original pages))']
comments on work No Intentions
In this reception

No persons found

Via received works
No Intentions Florence Marryat