*Art. in Vaderlandsche Letteroefeningen ARTICLE

Title *Art. in Vaderlandsche Letteroefeningen
Is same as work *Art. in Vaderlandsche Letteroefeningen
Author Unknown journalist (to be identified)
Reference
Place
Date 1792
Quotation
Type ARTICLE
VIAF
Notes ['[For possibility of further cleaning up and annotation of text, contact e-Laborate or womenwriters@let.uu.nl].\n\nDe gevaaren van den Laster, in eene Briefwisseling tusschen Miss Fanny Springler, en haare Vriendin, door E. Bekker, Wed. A. Wolff. In \'s Gravenhaage bij I. van Cleef, 1791. In gr. 8vo. 322 bl.\nEerst een commentaar : "Wanneer eene Juffrouw Wolff, aan wie wij de Vaderlandsche Romans, Sara Burgerhart en Willem Leevend veschuldigd zijn, haare pen leent om te vertalen of na te volgen, mogen wij ons, bij voorraad bijkans verzekerd houden dat zij een keuze harer waardig gedaan zal hebben. In deze / 303 verzekering vonden wij ons bij het lezen van deze roman tot welke zij haar onderwerp aan mevrouw Beccari ontleende, niet bedrogen; doch alzins bewaarheid, hetgeen zij in het voorbericht aan de lezer schrijft; de taal harer voorgangster sprekende" Hierna volgt wat de vertaalster in haar voorbericht meldt over het boek, daarna wordt er weer commentaar gegeven 304 : "Wij zullen, na deze aanduiding dez schrijfsters, genoegzaam om de aanleg en strekking van deze roman te doen kennen, geen beloop van de inhoud opgeven; maar onze lezer ten dien opzichte onverzaad laten, opdat hij in het werkje zelf zijn weetlust voldoe. Bovenal beviel ons dat de haatlijke ondeugd, de laster, het middelpunt van alles uitmaakt, en een zo bepaalde strekking meer zedelijk nut kan te weeg brengen, dan wanneer de geest, van het ene tot het andere voorwerp geleid, niet weet wat het hoofdbeeld is in de Zede / 305 schilderij, hem voor ogen gehangen. Mochten de afzichtelijke trekken dier helse ondeugd velen afschrikken van op enigerlei wijze deel te nemen in de rust verpestende rol, welke zij in zo velerlei gedaanten speelt!\nIn het voorbericht treffen wij enige gedachten aan over de [curs] Geestig versierde Verhaalen[curs] die men [curs]als de Miniatuuren [curs] der romans kan aanmerken. Mejuffrouw Wolff oordeelde niet ongepast dezelve mede te delen, dewijl men, zo veel haar bekend is, in onze Vaderlandsche spraak nog geen voorschrift hebbe om een roman te maken- Met genoegen zouden wij deze gedachten afschrijven; doch ons bestek duldt zo veel plaatsruimte niet. Geheel echter willen wij ons zelf noch onze lezers dit genoegen ontzeggen."\nVolgen weer een paar passages van de hand van de vertaalster die zij hier aldus besluit 306 : "Een goede roman is de afbeelding van het meslijke leven; het hoofdoogmerk moet zijn de ondeugden te doen vervolgen, en belachelijkheden te berispen", gevolgd door het commentaar van de recensent : "Mejuffrouw Wolff laat aan onpartijdige lezers de beslissing over, in hoe verre de Vaderlandsche romans Sara Burgerhart en Willem Leevend aan deze bepaling voldaan hebben. Wij hebben bij de uitgave dezer romans het onze daar van gezegd : en wensen dat zij te Trevoux in Dombes, waar zij dit voorbericht de 1 April 1791 dagtekende, lust zowel als tijd vinde om haar landgenoten nog lang op de vruchten van haar geest en pen te onthalen"\n\n(Via Buijnsters 1979)(SP)\n\n\n\nsvd']
In this reception

No persons found

Via received works
Mémoires de Fanny Spingler, histoire anglaise Madame Beccari