| Notes |
['"... onder het oorverdovend geschetter [...] valt hier en daar de echte toon, een echte trek niet te miskennen. [...] Maakte ik mij, voor ik haar Leven gelezen had, van Mina Krüseman af, door haar lezingen nonsens, haar boeken wartaal, haar schoonheid die eener manteljuffrouw, haar schelden tegen de mannen kwalijk verholen trouwlustigheid te noemen, thans, nu ik het verband tusschen haar persoon en haar leven ken, is dit mijn oordeel grootelijks gewijzigd. [...] Ik lach thans niet meer om haar, ik zou bloedige tranen kunnen schreien [...] is, mijns inziens, in haar een hooge, edele persoonlijkheid, een `Godendochter\' verloren gegaan." [en]']
|