Heijse, J.H.C., *Art. in De Gids ARTICLE

Title Heijse, J.H.C., *Art. in De Gids
Is same as work Heijse, J.H.C., *Art. in De Gids
Author Johan Hermann Christian Heyse
Reference
Place
Date 1878
Quotation
Type ARTICLE
VIAF
Notes ['[p.598]\n"Mijn jonge Alcides, door C. M. Yonge. Amsterdam,\nW. E. Kirberger. 1876,\n\nIn een der vorige jaargangen van "de Gids" wordt aangaande\nMiss Yonge, de schrijfster van den aan \'t hoofd dezer regelen genoemden\nroman, de getuigenis afgelegd, dat zij de gaaf bezit, om\nbelangstelling en sympathie, ja waarachtige liefde en hartelijkheid te\nwekken voor al hare personen. "Innige aanhankelijkheid", zoo verklaarde\nbedoelde beoordeelaar, "gevoelen wij ook voor hen, die lievelingen\nder schrijfster zijn; en zelfs zij onder hen, die een sprekend\nbeeld leveren van de onvolmaaktheid des menschen, boezemen ons\neene zoo warme belangstelling in, dat wij dubbel begaan zijn met het\nleed dat hen treft, zij \'t ook door eigen schuld. De zedelijke en\ngodsdienstige toon van dit boek, die vrij is van eenige overdrijving,\ndoet het hart der schrijfster eere aan. Niet uitspanning alleen levert\nzulke lectuur, want ze is weldadig voor het gemoed en veredelend."\nDe verschijning van \'\'de Weezen van den Predikant" ontlokte de\naangehaalde ontboezeming aan een der redacteuren van dit tijdschrift.\nIk herinner ze te dezer plaatse, omdat de waarheid dezer getuigenis\nbij vernieuwing bevestigd wordt door het boek, dat thans voor mij\nligt. In ongeveer dezelfde woorden zou men gevoegelijk de hoofdverdienste\nvan "mijn jonge Alcides" kunnen weergeven en veilig met\nhet oog op hot geheele boek daaraan kunnen toevoegen, wat bij die\nandere gelegenheid slechts opzichtens het vierde deel werd gezegd,\ndat daarin leven en gloed is; dat de menschen handelende personen\nzijn, die zich niet laten voortwiegelen op toevallige omstandigheden,\n\n\nBIBLIOGRAPHISCH ALBUM. 599\nof eiken stroowisch aangrijpen dien het goed geluk voorbij hen laat\ndrijven, maar ontwaken tot het besef, dat alleen oefening den meester\nmaakt.\nDit laatste wordt trouwens ook bewaarheid door de schrijfster\nzelve. Werd bij vorige gelegenheden niet ten onrechte geklnagd,\ndat Miss Yonge ten gevolge der gemakkelijkheid, waarmede zij de\npen hanteert, wel eens te veel vergt van het geduld harer lezers,\nhier is daarvan spoor noch schaduw. Met hoeveel nauwgezetheid\npersonen en toestanden ook geteekend zijn, er is niets vermoeiends\nin dit boek, niets dat ook maar een oogenblik de gedachte aan\nlangdradigheid of breedsprakigheid wekt. Inderdaad "mijn jonge\nAlcides" is een degelijk boek, vol voedsel voor verstand en hart,\nnog iets meer dan uitspanningslectuur. De held des verhaals is\nbij lange na geen heilige: het leed, dat hem treft, hangt ten\nnauwste samen, in menig opzicht ten minste, met zijn eigen verleden\n, en toch bezit hij evenzeer onze sympathie als die der\nschrijfster. Eeeds bij de eerste ontmoeting zijn wij met hem ingenomen,\nen zulks vermindert in geenen deele, als wij zoo gaandeweg\nmeer en meer vertrouwd worden met zijn geenszins vlekkeloos verleden.\nWanneer wij ons rekenschap trachten te geven van die\nsympathie, zullen wij erkennen, dat de hoofdoorzaak ligt in de meesterhand\nwaarmede de schrijfster \'t beeld ontwierp en hare voorliefde\nvoor dezen held, ik zal niet zeggen rechtvaardigt, maar als iets volkomen\nnatuurlijks doet gevoelen en begrijpen. Zoo is het eigenlijk\nmet alle personen in deze geschiedenis, die de sympathie der\nschrijfster bezitten: wij deelen hare aanhankelijkheid en hare voorliefde.\nHare belangstelling en die harer lezers moeten op hetzelfde\npunt gericht zijn, en zulks in spijt daarvan, dat wij niet te doen\nhebben met engelan in menschengedaante, maar met wezens van\nvleesch en bloed als wij, die ons gedurig herinneren aan het bekende:\n"half dier, half engel is de mensch."\nIndien wij het niet van elders wisten, zou Dr. Kuyper ons geleerd\nhebben, dat Miss Yonge, wat hare godsdienstopvatting betreft,\ntot zeker welbekend kringetje behoort. Zij verloochent dit nergens,\nen ook niet in dezen roman, zooals trouwens én de naam van den\nuitgever, én de pseudoniem der vertaalster dat aanduiden. Nooit\nechter doet dit schade: de godsdienstige en zedelijke toon, dien de\nauteur in hare geschriften aanslaat, is vrij van overdrijving. Wan\n\n600 BIBLIOGRAPHISCH ALBUM.\nneer ik elders in dit tijdschrift met niet veel eerbied van stichtelijke\nromans heb gesproken, dan heb ik daarbij geen oogenblik aan de\nlettervruchten van Miss Tonge gedacht.\nMisschien ligt het aan mij; maar ik kan niet inzien, dat de\nheld des verhaals door zijne bekeering, om den geijkten term te\ngebruiken, eene andere persoonlijkheid is geworden. Heeft de\nschrijfster de bedoeling gehad daarop te wijzen, wat wel waarschijnlijk\nis bij hare bekende godsdienstige denkwijze, dan is zij\ndaarin niet geslaagd. Intusschen moeten wij met de engelsche\ntoestanden rekenen, en dan is het eene zekere waarheid, dat er\neen groot verschil bestaat tusschen de vormelijke orthodoxie der\nEngelschen en de dogmatiseerende rechtzinnigheid ten onzent. De\ngodsdienstopvatting van den held maakt geen integreerend deel\nvan zijn karakter uit, en in zooverre is het mij onverschillig aan\nwelke zijde de schrijfster hem plaatst in den godsdienstigen strijd\nonzer dagen. Ik zou daarvan dan ook niet gesproken hebben,\nals ik niet vreesde, dat de stempel, dien dit boek in menig opzicht\ndraagt, dezen en genen van de kennismaking afschrikte, wat\nik ten zeerste bejammeren zou.\nIn veler handen wensch ik het boek, en indien ooit met recht\nvan Miss Yonge\'s meesterhand is gesproken, dan verdient zij zoodanige\ngetuigenis stellig met het oog op dezen arbeid."\n\n(credits:De Digitale Gids, www.arik.nl (non-OCRed scans of original pages)) \n\n[Geen specifieke opmerkingen over de vertaling, behalve dat de naam van de uitgever en het pseudoniem van de vertaalster de persoonlijke godsdienstopvatting van Miss Yonge illustreren. Yonge staat bekend als een godsdienstig persoon uit \'zeker welbekend kringetje\', de uitgever en de vertaalster behoren daar blijkbaar ook toe.](SP)']
In this reception

No persons found

Via received works
My young Alcides: a faded photograph Charlotte Mary Yonge