*Art. in De Gids ARTICLE

Title *Art. in De Gids
Is same as work *Art. in De Gids
Author Unknown journalist (to be identified)
Reference
Place
Date 1839
Quotation
Type ARTICLE
VIAF
Notes ['Journalist thinks that Lister wrote the book and writes why it couldn\'t have been a woman.\n\n[p.547]\n“Anne Grey, door eene jonge Dame. Uit het Engehch. Amsterdam,\nJ. D. SYBRAHDI. 1838.\n\nDoor eene jonge Dame, Credat Judaeus Apella. Wij voor ons\ngelooven er niets van. Gelukkig behoeven wij het ook niet te ge\n\n548 ALBUM.\nlooven; want in Engeland is het reeds geen geheim meer, dat de\nHeer LISTER, die in de Voorrede van ANHE GREY het boek voor het\nwerk van cenc jonge Dame heeft willen doen doorgaan, er zelf\nde Schi ijver van is. *\nMaar wie dan ook de Auteur van dit boek wezen moge, betzij\nwij ons dezen als een jong meisje, zoo lief als het bekoorlijk titelplaatje,\n(helaas, een nadruk!) of als een lieer met bakkebaarden\nen sporen moeten voorstellen, aangenamer kennis hebben wij zelden\ngemaakt. I wij houden ANNE GREY voor ecne van de uitmuntendste\nproeven in de soort van Roman intime, die wij kennen.\nMij dunkt, hierbij ziet de een of andere lezeres boos op en vraagt:\n»Ei, ei, Mijnheer de Recensent! mag daarom het boek misschien\nniet van eene Dame wezen? zouden wij dan nooit eens iets moois\n•mogen schrijven?"\nMijnentwege, lieve Dame! zoo mooi ge wilt; doch slechts niet\nin den trant van AMVE CREY. Want, ziet ge, dit boek verraadt, door\nden geheelen inhoud heen, zulk een\' scherpen geest van opmeiking\nen waarneming, zulk eene diepe kennis beide van het mannelijk en\nvrouwelijk hait, en weet zulk een\'zacht snijdenden toon van scherts\nen spot, dat ik om alles in de wereld niet zou willen-, dateene\nnaive, zachte vioutvelijke ziel zich ooit of immer zoo vene veiloochendc,\nom zulk een bock te kunnen schrijven.\nMaar ecre daaicntegen aan den lieer IISTER, die zoo meesterlijk\nde kunst verstond, van de resultaten zijner diepe menschenkennis in\nzulk een\' luchtigeti vorm te gieten, dat men waarlijk, als men alleen -\nop de woorden lette, denken zou, dat ze van vrouwelijke lippen\ngevloeid waren. Inderdaad, in zijne vooidragt heerscht al de ondeugende\nnaïviteit, al de geestige schalkachtfgheid van een jong\nmeisje \'bij den scherpzienden blik en het dieptastend doorzigt van\nden man van ondervinding. Er is iets onbegrijpelijk aangenaams\nin dien strijd tusschen geest en vorm : het houdt den lezer op eene\nwonderlijke wijze hangende tusschen bewondering en genoegen: men\nheeft het "nut van geleerd te worden bij het vermaak van dit onderwijs\nuit den rozenkleurigen mond van een lief meisje te ontvangen.\nZiedaar al wat wij van ANNE GREY zeggen zullen: en als dat niet de\nbeste aanbeveling is, die ooit door een Recensent aan een\' Roman\nvan dezen aard gegeven is, dan moet de vcibeelding van den lezer\nbaar aanvullen, totdat hij in mijn gevoelen treedt, dat de Roman\nAnne Grey zoo lief is, als de heldin, — en dat is alles gezegd!\nNog een wooid! De vertaling is uitmuntend. Dit verschijnsel\nis te zeldzaam, om er gcene loffelijke melding van te maken.”\n\n(credits:De Digitale Gids, www.arik.nl (non-OCRed scans of original pages))']
comments on work Anne Grey
In this reception

No persons found

Via received works
Anne Grey Harriet Grove