Notes |
['Een woord aan den lezer.\nHet verhaal, dat thans voor u ligt, komt van een bekende hand. Reeds vroeger hebben onderscheidene werken, van dezelfde schrijfster, bij ons het licht gezien en zijn met graagte ontvangen.\nDeze Roman, door een vrouw, voornamelijk voor vrouwen geschreven, zal aan het lezend puliek, zo wij hopen, niet onwelkom zijn. Die hier een kunstig gelegde knoop, een levendige afwisseling van belangrijke situatien, kortom de gehele voorraad van hulpmiddelen der hedendaagse romantiek verwacht, bedriegt zich gewis; maar die lust heeft in stille huiselijke taferelen; die gaarne een blik werpt in het menselijk hart, voornamelijk in die schakeringen, waarin hetzelve het minst wordt bespied; die behoefte gevoelt aan een eenvoudige, heldere en blijmoedige levensfilosofie. medegedeeld met de zachtste ernst, door een vriendelijk glimlachje getemperd, - zal hier voldoening vinden!\nMisschien is nieamdn meer in staat het onderwerp te behandelen, in de volgende bladzijden / vervat, dan juist een vrouw, omdat die - uit haren aard - de aandoeningen meer ontleedt, welke er opkomen in haar gemoed; omdat ze fijner gevoelt en meer vatbaar is voor indrukken, die somtijds zoo vluchtig en weinig omschreven zijn, dat ze in de ziel des mans nauwelijks tot bewustzijn komen! Onze lezeressen mogen oordelen of de Schrijfster haar doel heeft bereikt!\nOverigens zal de inhoud zich beter aanprijzen, dan onze lofspraak zulks doen kan. De vertaler verzoekt eene toegevende beoordeling van wat er aan de overzetting ontbreekt, en voor de fouten aan het oog van de corrector ontsnapt.\nTot opheldering van het verschilin taal en stijl, zij, in het voorbijgaan aangemerkt, dat de overzetting van het grootste gedeelte des tweeden deels, aan een andere hand is toevertrouwd geweest, dan aan die, welke het eerste deel in onze taal heeft overgebracht.\n(n.p.)\nbegin: weduwe gaat op bezoek bij de pastoor\np.3 [...] Orgeltonen en kerkgezang werden reeds van verre gehoord, in die melodij der lucht, welke een tedere ziel diep roert. Weemoedigheid zonder reden maakte zich van de ziel van Mevrouw von Wahl meester. Zij gevoelde, dat het leven een ademtocht zij, waarin God ademde. - De verlangzucht naar de Oneindige deed haar het hart zwellen, en het klopte, door de versnelde gang, eenmaal zo sterk, toen zij om adem te halen, aan de rode tuindeur bleef staan. [...]']
|