*Art. in Vaderlandsche Letteroefeningen ARTICLE

Title *Art. in Vaderlandsche Letteroefeningen
Is same as work *Art. in Vaderlandsche Letteroefeningen
Author Unknown journalist (to be identified)
Reference
Place
Date 1872
Quotation
Type ARTICLE
VIAF
Notes ["HOoms (link) \n\n[p. 88]\n\n2. De slotsom, die wij zoo even uit de beschouwing van Noirot's werkje afgeleid hebben, mag, naar ons inzien, evenzeer toegepast worden op zijn landgenoot Jean Macé, wiens geschrift over physiologische scheikunde door Mevr. Busken Huët in het hollandsch vertaald werd, en reeds ten tweede male heeft moeten gedrukt worden. Tegen den vreemdsoortigen titel- ‘geschiedenis van een hapje brood’ - hebben wij geene bedenking, daar\n\t\n[p. 89]\n\t\n\nhet bij de populaire behandeling van een zoodanig onderwerp tamelijk onverschillig is, van welk punt men uitgaat, indien slechts de bijzonderheden, die achtereenvolgens ter sprake komen, in haar onderling verband en geleidelijk voorgesteld worden. Bovenal is zulks noodig bij een zoo moeijelijk en ingewikkeld studievak als de organische scheikunde is; des niet te min meent de schrijver, die wetenschap zelfs aan ‘kleine meisjes’ te kunnen onderwijzen. Dat het boek werkelijk die strekking heeft, wordt reeds in het begin der inleiding aangeduid: ‘Mijn voornemen is, lieve meid, u een aantal zaken uit te leggen die men over het algemeen voor zeer moeijelijk te begrijpen houdt, en welke men niet altijd aan volwassen jufvrouwen leert. Gelukt het ons, aan u en mij te zamen, deze zekere (?) dingen zich te doen nestelen in uw hoofdje, dan zou ik van mijne zijde daar zeer trotsch op wezen; en gij zoudt eens zien, hoe onderhoudend voor kleine meisjes de wetenschap der geleerde heeren is, hoewel die heeren zelf somtijds het tegendeel beweren.’ Dat doel nu, om de wetenschap der geleerde heeren voor kleine meisjes toegankelijk te maken, heeft Macé gemeend te kunnen bereiken door haar, van het begin tot het einde toe, in beeldspraak en dikwijls in ver gezochte vergelijkingen voor te dragen, zoodat men het dikwijls betwijfelen moet, of zelfs zeer ontwikkelde menschen en meer wetenschappelijk gevormde vrouwen, zooals Mevr. Busken Huët is, de zóó voorgedragene zaken begrijpen zullen. Om zijn oordeel te wettigen en om tevens de noodige kortheid te kunnen betrachten, meent de berigtgever niet heter te kunnen doen, dan een paar plaatsen van den tekst, wáár het boek openvalt, over te nemen. Op blz. 164 en 166 wordt de volgende beschrijving van het eiwit en van de stikstof gegeven: ‘Ik weet niet of het u gaat als mij, lieve kleine; doch ik beken dat het mij een weinig begint te schemeren voor de oogen, wanneer ik al te lang staar in de diepe mysteriën der natuur. Zie hier dus eene zelfstandigheid die, altijd en overal dezelfde, wordt teruggevonden in het gras en in het ei, in uw bloed en in het rapensap. Uit deze ééne zelfstandigheid, welke Hij met milde hand heeft nedergelegd in al hetgeen gij eet, vervaardigt de groote kunstenaar, al spelend, de zoo oneindig verschillende en teedere deelen van uw ligchaam, zonder zich zelfs de moeite te geven die zelfstandigheid uit elkander te nemen, ten einde de grondstoffen waaruit zij bestond anders te schikken. Op zijn\n\t\n[p. 90]\n\t\n\nhoogst geeft hij haar van tijd tot tijd een tikje met den vinger om haar van aanzien te doen veranderen, doch niet van natuur; en even zoo als de scheikundige haar heeft waargenomen in een blaadje salade, even zoo zou hij haar terugvinden in het tipje van uw neus, wildet gij hem dit toevertrouwen ten einde er den inventarls van op te maken. Men is nuffig op zijn eigen klein persoontje; men glimlacht er tegen in den spiegel; men houdt het voor iets gansch bijzonders. Doch ziet men dieper, dan komt het uit dat dit zelfde persoontje eenvoudig een weinig kool, een weinig water, en een weinig lucht is. Dit herinnert mij dat wij nog geene kennis gemaakt hebben met het nieuwe figuurtje dat zoo even is opgetreden, de stikstof. Hare rol is te gewigtig dan dat ik haar langer dus in de schaduw mag laten’\n\n‘Gij ziet men moet niet al te zeer vertrouwen op deze goede burgeres (de stikstof). Aan den anderen kant hebt gij vernomen dat niet alle verbindtenissen waarvan zij deel uitmaakt, even schrikwekkend zijn. De zelfde lichamen die, in kleine groepjes vereenigd, alles vernietigen, vormen met hun vieren te zamen, wij zagen het reeds, het kostbare voedingsbeginsel waaruit wij zijn zamengesteld. Zelfs is de eigenlijke naam daarvan stikstofhoudend voedingsbeginsel, omdat het vooral de stikstof is die zijne vorming tot stand brengt; zoo zelfs, dat het eene gewoonte geworden is de voedingskracht onzer spijzen te berekenen naar de hoeveelheid stikstof, die zij bevatten. Inderdaad schijnt de stikstof een aan al wat leeft naauw verwante zelfstandigheid te wezen. Hare drie gezellinnen doolen, in ontzaggelijke stroomen, de gansche schepping door; maar uitgezonderd in het onmetelijk gebied van den dampkring, waar zij zetelt in majestueuse rust, treft men haar zelve zelden aan, behalve in de dieren, of in die gedeelten der planten welke tot voedsel voor de dieren bestemd zijn.’"]
In this reception

No persons found

Via received works
Geschiedenis van een hapje Brood Anne van der Tholl