Notes |
["*Although Hahn-Hahn herself was praised for her ‘nobility’ and her book for its ‘delicately cultured and occasionally poetic diction’, the novel was not considered suitable for the Dutch public, at least not for those who had to read the book in translation: it is frankly evaluated as ‘bad’.\r\n\r\n(also via scriptie Francien Petiet, UvA, 2002 – jws 11 05)\r\n\r\njournalist: ....Q\r\n\r\n[p.731]\r\nVan geheel anderen aard is de roman der gravin HAHN-HAHN,\r\nwaarvan de vertaling, in ons oog, een vernieuwd bewijs is, hoe\r\nweinig zelfs de verdienstelijkste uitgevers hun publiek kennen ,\r\nof liever, hoe stellig zij er op rekenen, dat aan eiken vertaalden\r\nroman een vaste aftrek verzekerd is door de behoefte onzer —\r\nzijn er niet zestien honderd? — leesgezelschappen, die, zoolang\r\ner geene overproduktie bestaat, aan elke boekverkoopersspekulatie\r\nvan dien aard een goeden uitslag waarborgen. De\r\nromans van IDA, gravin HAHN-HAHN, hoe hoog zij zelve sta boven\r\nde massa Duitsche nouvellisten, wien de eer eener Nederlandsche\r\nvertaling te beurt viel, zijn geen romans voor het Nederlandsen\r\npubliek, of liever, voor dat gedeelte van ons publiek,\r\ndat vertaalde romans leest: een gedeelte, dat, sints in de hoogere\r\nklassen onzer maatschappij de kennis der Fransche, Engelsche\r\nen Duitsche talen meer en meer algemeen wordt, zich\r\nonder de maatschappelijk en letterkundig minder beschaafden\r\naanvult. De romans van FREDERIKA BREMER, die trouwens in het\r\noorspronkelijke door weinigen onzer landgenooten zullen gelezen\r\nworden, zullen daarenboven ook bij de lieftalligen uit\r\nburgerkringen en binnenstadtjens symphatie vinden. Maar\r\nde hoog-aristokratische romans der gravin HAHN-HAHN ! hoogaristokratisch,\r\nnoch in den geest der pretentieuse crème van\r\ndeze of gene van Duitschlands tallooze kleinere hofsteden, noch\r\nin dien der Engelsche silver-forh school; maar in den zin dier\r\nkosmopolitische aristokratie, verspreid en vertegenwoordigd in\r\nEuropa's verschillende hoofdsteden, in wier kring de schrijfster\r\nzelve — hoog- en oud-adellijke als zij is — zich voortdurend\r\nop al hare omzwervingen bewoog, wier zienswijze, wier vormen,\r\nwier toon de hare zijn, waaruit zij hare figuren gekozen\r\nheeft, als die van hare dagelijksche omgeving. Wie daarenboven\r\nzich in de schittering van aardsche pracht en grootheid verheugen\r\n\r\n[p.732]\r\nwil en in de schildering van den glans dier groote wereld het\r\ngenot terug vinden, dat hij vroeger in de flikkerende beschrijving\r\nder Mille et une nuits smaakte, zou nog beter bij den bluf\r\nvan den Comte de Guldenlew dan bij de gravin HAHN-HAHN terecht\r\nkomen. Hare romans — haast zonder intrigue — zijn\r\nromans intimes in volstrekten zin: zij teekenen de inwendige,\r\nniet de uitwendige, geschiedenis dier bevoorrechten, die weven\r\nnoch spinnen, en echter prachtiger gekleed zijn dan SALOMO in\r\nal zijne heerlijkheid; een inwendig leven, in vele opzichten\r\nboven dat der gewone menschen verfijnd en beschaafd, maar\r\ntoch ook dikwerf onwaar, gekunsteld, factice, geblaseerd; altijd\r\nvreemd en tegenovergesteld aan de ontwikkeling dergenen, tot\r\nwie de vertaalde romans in den regel komen en die, beter\r\ndan bij de gravin in Weenen, Konstantinopel, Milaan en waar\r\nniet al, bij FREDERIKA BKEMER voegen in Dalarna.\r\nBehoeven wij aan het slot onzer aankondiging de gewone\r\nklacht van alle aankondigers van vertaalde romans, over de gebrekkige\r\nvertaling, te hernieuwen, of mogen wij het feit als\r\noverbekend aannemen? Die gebrekkige vertaling hindert echter\r\nverreweg het meest in den laatsten roman, waar de moeielijkheid\r\nook oneindig grooter was. De fijnbeschaafde en bij wijlen dichterlijke\r\ntaal, die de gravin HAHN-HAHN aan hare hoofdpersonen\r\nin den mond legt, is ontaard in een HoUandsch, zoo als het\r\nnergens gesproken wordt dan op het tooneel, dien zetel van\r\noverdrijving en onnatuurlijkheid.\r\n\r\n(credits:De Digitale Gids, www.arik.nl (non-OCRed scans of original pages))\r\n\r\n[Also in WvdB data. AvB, 8 mei 2008]"]
|