*Art. in De Gids ARTICLE

Title *Art. in De Gids
Is same as work *Art. in De Gids
Author Jacob Nicolaas van Hall
Reference
Place
Date 1885
Quotation
Type ARTICLE
VIAF
Notes ['De personages zouden te oppervlakkig getekend zijn en wekken te weinig de belangstelling van de lezer.\nAlso: questions about who might be the author "Mario".\n\n[p.196]\nAleide, door MARIO. Utrecht, J. L. Beijers. 1884.\n\nDe Utrechtsche uitgever Beijers verstaat de kunst om de novellistisohe\nproeven van de jonge schrijvers, welke hij de lezende wereld\nbinnenleidt, de aandacht te doen trekken. De fraaie elzevier-type\nop het onafgesneden hollandsch papier met de breede witte randen,\nwaarmede hij Terburch\'s voortreffelijken eersteling uitdoste, vinden\nwij in de novelle Aleide weder. De uiterlijke gelijkenis doet zelfs\neen oogenblik de vraag rijzen: zou M a r i o misschien een ander\npseudoniem zijn voor Terburch ? Men heeft echter slechts enkele\nbladzijden van deze novelle te lezen om zich te overtuigen dat dit\nniet mogelijk is. Heeds lang voordat men tot blz. 127 genaderd\nis, waar wij lezen: vTaco\'s oogen waren vochtig, en mannen schamen\nzich voor tranen", heeft men uit de taal, de wijze van voorstellen,\nuit allerlei bijzonderheden, een vrouwenhand herkend.\nEr bestaat alle kans, dat onze novellisten ons zeer veeleischend\nzullen vinden, wanneer wij van hen verlangen, dat zij ons iets\nnieuws geven.\nEn toch, het menschelijk leven is zoo rijk, de toestanden, de\nverwikkelingen, waarin een menschenkind kan geraken, zijn zoo oneindig\nverscheiden, dat wie met phantasie begiftigd is, — en wie\nhet niet is, doet wel, zich niet op dit terrein te wagen — een boeiende,\nverrassende fabel moet kunnen vinden, een die de moeite, zoowel\nvan het vertellen als van het aanhooren, waard is. Dit voor de\nuiterlijke feiten, het dramaatje of de comedie, welke de schrijver\nzijn personen laat spelen.\nMaar ook al brengt de schrijver ons met alledaagsche personen,\nmet gewone gebeurtenissen en bekende toestanden in aanraking,\nook dan zal hij door het licht dat hij op personen en gebeurtenissen\nlaat vallen, door de ontleding van het karakter zijner helden\nen heldinnen, door zijne opvatting van het zieledrama dat zij afspelen,\noorspronkelijk, nieuw kunnen zijn.\n\nLETTERKUNDIGE KRONIEK. 197\nEn eindelijk — ook waar de uiterlijke zoowel als de innerlijke\nhandelingen over en over bekend zijn, zal de schrijver kunnen boeien\nen treffen door de mise en scène, door het landschap, waarmede\nhij de handeling stoffeert, de taal welke hij zelf\' spreekt en zijn\npersonen in den mond legt: door de artistieke inkleeding in één\nwoord.\nIn zooverre hebben wij liet recht den novellenschrijvers toe te voegen :\nIl nous faut de nouveau, n\'en fiit-il plus au monde!\nKunt gij ons dat nieuwe niet geven, hetzij door een greep te\ndoen in een weinig bekende hoek van het ^interessante menschenleven\'\',\nhetzij door de wijze waarop gij het bekende waarneemt en ons\nlaat zien, hetzij door uw frisschen, oorspronkelijken stijl, een stijl met\nbloed en karakter — sta ons dan toe dat wij u alles goeds toewenschen\nop uwe novellistische loopbaan, maar vergun ons tevens,\ndat wij onze bijzondere belangstelling bewaren voor die werken, waarin\nwe een van die genoemde eigenschappen, of alle drie vereenigd,\naantreffen.\nDit moge ons bescheid zijn aan zoovelen, in wier novellen en verhalen\nons onder allerlei titels de oude, versleten intriges worden\nopgedischt, die ons voor de honderdste maal dezelfde verleidingsgeschiedenissen\nte genieten geven, toebereid volgens het oude\nrecept, en voorgediend in een stijl zonder merg of pit.\nZouden wij wellicht gerechtigd zijn ook tot de auteur van Aleide\nzoo te spreken?\nDe geschiedenis, welke ons door Mario verhaald wordt, is die van\nde bekoorlijke Aleide, de bezielde, levenslustige en toch somwijlen\nernstige dochter van Generaal van (Jinckel. Door den fraaien Apollokop\nen de gedistingeerde manieren van jonker van Nijenrode betooverd,\nschenkt zij dezen, den geblaseerden jonkman, die lang in het buitenland\ngezworven en van de wereld volop genoten heeft, haar onbedorven\nhart.\nDe gevolgen zijn te voorzien. Al spoedig na het huwelijk zoekt\nvan Nijenrode verstrooiing buitenshuis, aan de speeltafel, komt\nnacht aan nacht laat thuis, steekt zich in schulden en maakt zijne\njonge vrouw, die te vergeefs tracht hem aan huis te boeien, diep\nongelukkig. Als eindelijk de verwarring in zijne geldzaken tot het\nuiterste is gestegen, maakt van Nijenrode van de afwezigheid zijneï\n\n198 LETTERKUNDIGE KRONIEK.\nvrouw, die aan het ziekbed van hare moeder is geroepen, gebruik\nom zich een kogel door het hoofd te jagen. Aleide ijlt naar huis,\ndrie dagen brengt zij aan het ziekbed van haar man door. In de\nlange nachtwaken treden al de beelden van het verleden weer voor\nharen geest: het ontwaken van hare liefde, haar gelukkige bruidsdagen.\nZij denkt niet meer aan haar geleden leed, maar alleen aan\nzijn mogelijk herstel, en aan een nog mogelijk geluk. Doch liet\nzal zoo niet zijn. Nog eens slaat de zieke de oogen op, hij stamelt\nden naam, waarmede hij vroeger zijn jonge vrouwtje in de eerste\ngelukkige dagen placht te noemen — en dan is het gedaan.\nEr schuilt ongetwijfeld talent in de wijze waarop deze oude geschiedenis\n;/of one that loved not wisely, but too well" verteld is.\nKleine episoden zijn met diep gevoel en fijnen smaak behandeld.\nZoo o. a. het slot van het tooneel, waarin Aleide en van Nijenrode\nelkander hunne liefde hebben bekend. Van Nijenrode, hoe cynisch\nen lichtzinnig hij ook wezen moge, weet in dit oogenblik onze\nsympathie te wekken:\nvToen hij meer voelde nog dan zag, met welk grenzenloos vertrouwen\ndie oogen tot hem opzagen, hoe kinderlijk die handen in de zijne\nwerden gelegd, toen werd er iets onrustig daar binnen, toen had\nhij o! zoo gaarne het gevoel gehad, dat hij die liefde waardig was,\nen er trilde een toon van waarheid in den klank van zijn stem,\ntoen hij nauw hoorbaar fluisterde: „Aleide, liefste Aleide, ge moogt\nniet te goed van mij denken/\'"\nUit het leven gegrepen zijn ook enkele nevenpersonen van de\nnovelle. Zoo de vrouw van een der zonen van Generaal van Ginckel,\nde gewezen gouvernante, vde kleine gratieuse Francaise met\nhaar zwarte oogen en haar geestig franc-parler", die van den aanvang\naf een hekel heeft aan haar zwager van Nijenrode, en als hij\nzich van kant heeft gemaakt, geen begrip heeft van Aleide\'s droefheid.\nMaar in de teekening van de hoofdpersonen en van hunne lotgevallen\nschiet het ta!ent van Mario te kort. Dit is alles te\nschetsmatig, te oppervlakkig behandeld ; de personen wekken weinig\nbelangstelling; als schimmen trekken zij ons voorbij. Hunne gesprekken,\nhunne handelingen laten, op enkele kleine tooneelen na,\ngeen indruk achter. Van Aleide vernemen wij dat zij ongelukkig\nis, maar haar beeld staat niet voor ons; wij hebben haar strijd\nniet mede gestreden, wij zijn niet afgedaald in haar zwaar beproefde\nziel.\n\nLETTERKUNDIGE KRONIEK. 199\nIs dit onbedrevenheid of onmacht ? Heeft Mario, toen hij zich\nneerzette om den zielestrijd van een vrouw als Aleide te schilderen,\nzich niet genoeg rekenschap gegeven van de taak die hij op zich\nnam ? Of reikte zijn talent niet verder dan tot het schetsen van\ntooneeltjes, die enkel fijn gevoel en goeden smaak vorderen ?\nDe tijd zal het leeren.”\n\n(credits:De Digitale Gids, www.arik.nl (non-OCRed scans of original pages))']
comments on work Aleide
In this reception

No persons found

Via received works
Aleide Maria Adriana Lamping - van Bosse