Notes |
['svd: genderneutraal??\n\n[p.573]\n“Poëzie door H é l è n e Swarth.\nAmsterdam, P. N. van Kampen\n& Zoon.\n\nNu wij deze gedichten, uit verschillende\nbundels en tijdschriften\ndoor de dichteres te zamen gebracht,\nweder hebben doorgelezen, treft het\nons meer dan ooit te voren, door\nwelk een verscheidenheid van toon,\nvan timbre, van beeld zij zich kenmerken.\nEentonig heeft men ze genoemd\n; en zeker is het een zelfde\ndiepe weemoed, slechts een enkele\nmaal door een vleugje ras verdwenen\nvreugde afgewisseld, welke aan\ndeze verzen ten grondslag ligt;\nmaar wie ze weet te lezen zal spoedig\nbemerken dat de dichteres hare\ninnige gevoelens telkens weder onder\neen nieuw licht weet te plaatsen,\ntelkens weer een nieuwen vorm weet\nvinden, waardoor wat zij te zeggen\nheeft diep in het gemoed grijpt.\nHet is of haar dichtkracht steeds\n[574]\nin diepte en innigheid toeneemt. In\nelke nieuwe reeks vinden wij liederen,\ndie ons weer dieper treffen en,\nook in den eenvoudigsten dichtvorm,\nons toeschijnen tot een hoogere\nkunstorde te behooren. Telkens\nontmoet men van die onsterfelijke\nverzen „qui sont de purs sanglots".\nEn nu doet zich het gelukkig\nverschijnsel voor, dat, naarmate\nHélène Swarth voortgaat, haar zoogenaamd\neentonig lied te zingen,\nhet aantal van hen, die naar dat\nlied komen luisteren, toeneemt. Is\nde zin voor lyrische poëzie onder\nhet jongere geslacht opnieuw ontwaakt,\nen komt dit Hélène Swarth\'s\ngedichten ten goede ? Of heeft de\ndichteres zelve misschien, door aan\nhet innigst gevoelen den schoonst\ndenkbaren poëtischen vorm te geven,\nvoor een groot deel tot dit\nréveil, deze waardeering van het\nlyrisch gedicht, medegewerkt ?”\n\n\n\n(credits:De Digitale Gids, www.arik.nl (non-OCRed scans of original pages))']
|